4.6

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs

Aan het eind van de les weet je waardoor het Karolinsche rijk uiteen viel

Aan het eind van de les heb je h4 herhaalt

4.6. Afsluiting

4.6 Afsluiting

De Middeleeuwen

4.6 Afsluiting

Vorige les

Vorige les heb je aan paragraaf 4.5 gewerkt.

Deze les gaan we hoofdstuk 4 herhalen en ga je aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.6 Afsluiting

LET OP!! Maandag 8 juni heb je de toets van h4 (Zie de mail die je hierover gehad hebt)

          

Woordweb op het bord       

Waar gaat hoofdstuk 4 over? 

OF

Wat heb je geleerd in h4?

En nu?

Nu komen er enkele quizvragen

Deze vragen gaan we samen doen je hoeft dus geen telefoon of laptop te pakken

Sleep de zinnen naar het goede tijdvak.

Tijd van Grieken en Romeinen

Tijd van Monniken en Ridders

Gladiatorenspelen

Kloosters worden gesticht

Het hofstelsel

De islam ontstaat

Romanisering

Het Frankische rijk.

Ontstaan christendom

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?

1. De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
2. De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
3. De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
4. De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Welke plicht heeft een leenman?

1. Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
2. Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
3. Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
4. Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Leenstelsel

Hofstelsel

Geloof

vazal

Missionaris

Autarkie

Rooms-Katholiek

Geestelijke

Horige

Leenheer

Uitspraak

Het hoofdstuk over de Tijd van monniken en ridders heeft als titel " De Franken: geweld en geloof." 

Een uitspraak daarover: Kasteel en klooster spelen een belangrijke rol in de middeleeuwen en staan symbool voor geweld en geloof.

Leg uit op welke manier het kasteel een rol speelde bij het geweld in de middeleeuwen.

Voorbeelden

Geef twee voorbeelden over dat het klooster in de middeleeuwen niet alleen voor het geloof een belangrijke rol speelde.

Bekijk en lees de bron hiernaast. Waar kun je aan zien dat dit een christelijke afbeelding is? 

Noem 2 elementen uit de bron

Bron 5

Paus Gregorius de Grote componeert hier de Gregoriaanse kerkmuziek. Een duif staat symbool voor de Heilige Geest (de geest van God)

Links staat de schrijver van de paus, die ontdekt op welke manier Gregorius de kerkmuziek maakt.

Het Muiderslot is een middeleeuws kasteel in het Noord-Hollandse Muiden, gebouwd rond 1285, in ere hersteld vanaf 1370 en een Rijksmuseum sinds 1878. 

Bekijk de bron hiernaast en lees de tekst hierboven.
Leg uit waarom het kasteel juist op deze plaats is gebouwd

Maak de juiste combinaties m.b.t. de geestelijken

Geestelijke

Monnik

Paus

Priester

Iemand met een functie in de kerk

Iemand in dienst van de kerk

Geestelijke die leeft in een klooster

Hoogste geestelijke leider van de kerk

Maak de juiste combinatie (de docent sleept)

Adel

Burcht

Middeleeuwen

Ridder

Tijd van 500 1500

Rijke en belangrijke mansen zoals graven en hertogen

Eerst een versterkt huis, later een stenen kasteel

Adelijke soldaat te paard

Wat is niet een van de vijf zuilen 

van de islam?

1. Eén keer in je leven naar Mekka gaan
2. Vaak naar de kerk gaan
3. Geld geven aan arme mensen
4. Vijf keer per dag bidden

Wat is niet een van de vijf zuilen 

van de islam?

1. Meedoen aan de ramadan (vasten)
2. Bidden
3. Geen varkensvlees eten
4. Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Waar is de Islam ontstaan?

1. Arabië
2. China
3. Spanje
4. Turkije

Wie is de profeet van de islam?

1. Mohammed
2. Jezus
3. Arabier
4. Er is geen profeet

De Noormannen waren christelijk

1. Waar
2. Niet waar

Wat weet je over de Noormannen?

En nu?

Nu ga je aan de slag met de opdrachten uit het boek.

Op de volgende pagina staat welke opdrachten.

Maar eerst --> wie heeft er nog vragen? 

Aan de slag:

handboek blz. 86 en 87 en

alle andere paragraven

werkboek blz. 102 t/m 105

maken opdracht: 1, 3, 5, 6, 7, 10

Schrijf je antwoorden in hele nette zinnen op!!!

Klaar en je bent op school? Nakijken en laten zien aan de docent

Niet af? Dan is het huiswerk

Dit was geschiedenis 

voor deze week :)