2B Unit 5 Lesson 2

To do today
- Unit 5/ Lesson 2

- Study for your S.O. 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

To do today
- Unit 5/ Lesson 2

- Study for your S.O. 

Slide 1 - Diapositive

Can (tekstblokje A)
Je gebruikt can om te zeggen dat je iets kunt
- I can ride a bike
Ik kan fietsen

- He can watch a movie tonight
Hij mag vanavond een film kijken

Slide 2 - Diapositive

Can't (tekstblokje A)
Je gebruikt can't wanneer je wilt zeggen dat je iets niet kunt of niet mag (can't wordt gemaakt door can + not)

You can't swim here
Je kunt hier niet zwemmen

Slide 3 - Diapositive

Could (tekstblokje B)
- Could betekent 'zou kunnen'
 I could phone for a taxi / Ik zou een taxi kunnen bellen

- Could betekent 'zou mogen'
You could go too / Je zou ook mogen gaan

- Could betekent 'kon'
She could see the lions / Ze kon de leeuwen zien





Slide 4 - Diapositive

Couldn't (tekstblokje B)
Je gebruikt couldn't (samen gemaakt door could en not) om te zeggen dat iets NIET kon (verleden tijd)

She couldn't see the lions
Ze kon de leeuwen niet zien


Slide 5 - Diapositive

Can of could (tekstblokje C)
Je kunt can en could ook gebruiken om een vraag te stellen. Je zet can of could dan aan het begin van de zin

- Can I ask you something? / Mag ik jou iets vragen?
- Could we see the animals? / Zouden we de dieren mogen zien? 

Let op: could is beleefder dan can!

Slide 6 - Diapositive

Je mag hier NIET linksaf gaan
A
You can go left here
B
You can't go left here

Slide 7 - Quiz

Je kunt hier ijsjes kopen
A
You can buy icecreams here
B
You can't buy icecreams here

Slide 8 - Quiz

Je zou naar de disco mogen gaan
A
You can go to the disco
B
You could go to the disco

Slide 9 - Quiz

Ik kon niet leren voor de toets
A
I couldn't study for the test
B
I can't study for the test

Slide 10 - Quiz

Zouden we een ijsje mogen kopen?
A
Can we buy an icecream?
B
Could we buy an icecream?

Slide 11 - Quiz

Up to you
- Unit 5 Lesson 2: exercise 14 t/m 19; 22 and 23

Finished? 
- Start with Unit 5 Lesson 3 ór
- Study for S.O. Unit 5 blokje 1 and 2 (Thursday!)

Slide 12 - Diapositive