De Industriele Revolutie in Engeland toetsje

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1. De Industriele Revolutie in Engeland

Overgang van huisnijverheid naar machinale productie in fabrieken.

1. Agrarische Revolutie
2. Demografische Revolutie
3. Industriële Revolutie
4. Technische revolutie

Verandering op het gebied van landbouw. Waardoor een kleine groep boeren meer voedsel produceerden.

1. Agrarische Revolutie
2. Demografische Revolutie
3. Industriële Revolutie
4. Technische revolutie

De agrarische revolutie is een gevolg van de industriële revolutie.

1. juist
2. onjuist

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.

1. Industrialisatie
2. Kapitalisme
3. Industriële revolutie
4. Agrarische revolutie

Grote investeringen van ondernemers waren erg belangrijk voor beide revoluties.

waar of niet waar?

1. Waar
2. niet waar

Wat is mechanisering?

1. spierkracht wordt vervangen door machines
2. De machines worden vervangen door computers.

Waardoor was er minder werk op het platteland?

1. te weinig geld
2. slechte oogst
3. mechanisering
4. dieren gingen dood

Het thuis maken van goederen bestemd voor de verkoop door ambachtslieden of boeren is.....

1. industrie
2. concurrentie
3. fabrieksproductie
4. huisnijverheid

Wat zijn enclosures?

1. Omheinde gebieden voor het vee
2. Gevangenissen van de Franse koning
3. Dammen in de rivieren
4. Grote samengevoegde stukken landbouwgrond

Wat houdt een demografische revolutie in?

1. Meer mensen gaan verhuizen naar de stad
2. Grote bevolkingsgroei
3. Grote hoeveelheid mensen gaat verhuizen
4. Meer mensen doen aan landbouw

Wat is de juiste volgorde?

1. huisnijverheid, stoommachine, industrie, watermolens.
2. watermolens, huisnijverheid, industrie, stoommachine
3. watermolens, huisnijverheid, stoommachine, industrie
4. huisnijverheid, watermolens, stoommachine, industrie

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?

1. De uitvinding van de stoommachine
2. De uitvinding van de Spinning Jenny
3. De uitvinding van de schietspoel
4. De uitvinding van het weefgetouw

Spinning Jenny zorgde voor...

1. Verbetering. Er werd nu sneller draad gesponnen!
2. Verarming. Het werk van 16 vrouwen werd nu door maar één gedaan.
3. Verandering. Er zitten goede en slechte kanten aan de uitvinding.
4. Verbazing. Wauw, wat een geweldig moderne machine!