Week 46 H3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programm

Rückblick

Lernziele

Arbeitsheft

• Vorstellen
• Wo kann ich ... kaufen?
• Haben Sie... für mich?
• Gespräche üben

Rückblick

Was haben wir letztes Mal gemacht?

Wir haben ... gelernt

Wir haben Aufgabe ... und Aufgabe ... gemacht

Lernziele

Ik kan vragen waar ik iets kan kopen

Ik kan om iets vragen

Ik kan een gesprekje voeren waarin ik om verschillende dingen vraag

Ik kan in een gesprekje waar om dingen worden gevraagd antwoorden

Wo kann ich ... kaufen?

du darfst spicken auf Seite 22 im Heft.

• oefen het gesprek met je buur
  
• gebruik de woorden van de opdracht
  
• je mag ook woorden van je eigen woordenlijst gebruiken 
  
• wissel voortdurend van rol
  

Haben Sie... für mich?

du darfst auf Seite 23 im Heft spicken

Ich hätte gern ...

Ich möchte ...

... , bitte

Haben Sie ... für mich?

• oefen het gesprek met je buur
  
• gebruik de woorden van de opdracht
  
• je mag ook woorden van je eigen woordenlijst gebruiken 
  
• wissel voortdurend van rol
  

Gespräche führen

Bereid eerst de vragen voor die in de vakjes staan ( Hoe laat, Hoe lang, Heb je etc)

Check de vragen met je buur

Oefen het gesprekje 

Wissel van rol

Kies nu andere plaatjes uit je woordenlijst en oefen het gesprek

einen -> der Kugelschreiber

eine -> die Flasche

ein -> das Blatt

Redemittel

Wie spät beginnt die erste Stunde?

Haben Sie / Hast du... ?

Magst du ... ?

Wo kann ich ... kaufen?

Hast du ein_ ... für mich?

TEA-2

Schreiben

• Schritt 20 : woonomgeving beschrijven
  
• Schritt 29 : notitie schrijven (huishoudelijk klusjes)
  

Lesen

• Schritt 23 + Schritt 27
  

Hören

• Schritt 25
  

TEA-week:

• Schreiben
  
• Lesen
  

In de klas:

• Hören
  

Programm 

Rückblick

Lernziele

Wiederholung

• Thema:Verben

Logo.de

• Thema: Lesen

Rückblick

Was haben wir letztes Mal gemacht?

• Wir haben....... gelernt
  
• Wir haben Aufgabe .... und.... gemacht
  

die Lernziele

• Ik kan in het Duits een nieuwsuitzending kijken en deze volgen op hoofdlijnen (A1)
• Ik herhaal de tot nu toe geleerde werkwoorden (A1)

TEA-2

Schreiben

• Schritt 20 : woonomgeving beschrijven
  
• Schritt 29 : notitie schrijven (huishoudelijk klusjes)
  

Lesen

• Schritt 23 + Schritt 27
  

Hören

• Schritt 25
  

TEA-week:

• Schreiben
  
• Lesen
  

In de klas:

• Hören
  

Verben 

Stam = hele ww -en

	fe
ich	e
du	st
er/sie/es	t
wir	en
ihr	t
Sie/sie	en

habe

hast

hat

haben

habt

haben

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Geen idewis?

ev = 3e vorm

mv = 6e vorm

Verben:

• kochen
  
• spielen
  
• wohnen
  
• reiten
  
• feiern
  

Houden van / lusten:

ich mag

du magst

er/sie mag

Frage deinem Nachbarn!

Stam = hele ww -en

	fe
ich	e
du	st
er/sie/es	t
wir	en
ihr	t
Sie/sie	en

habe

hast

hat

haben

habt

haben

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Geen idewis?

ev = 3e vorm

mv = 6e vorm

Verben:

• kochen
  
• spielen
  
• wohnen
  
• reiten
  
• feiern
  

Houden van / lusten:

ich mag

du magst

er/sie mag

Je moet zo je buur kunnen voorstellen. Let op de juiste vormen!!

Werden in der Vergangenheit

Wurden oder würden? Werden of zouden

Wurden

• ich wurde
  
• du wurdest
  
• er/sie/es wurde
  
• wir wurden
  
• ihr wurdet
  
• Sie/sie wurden
  

Würden

• ich würde
  
• du würdest
  
• er/sie/es würde
  
• wir würden
  
• ihr würdet
  
• Sie/sie würden
  

ich bin geworden

Logo.de

• We bekijken straks een uitzending van Logo.de
  
• Je maakt tijdens het kijken per thema een kleine samenvatting
  
• Je krijgt straks het blad van mij
  
• Je schrijft links de thema's op en rechts in steekwoorden over de inhoud
  

Laten we eerst even proberen te raden wat we straks gaan zien

1. 

2.

3. 

Logo.de

• We bekijken nu de uitzending van Logo.de
  
• Je maakt tijdens het kijken per thema een kleine samenvatting
  
• Je krijgt nu het blad van mij
  
• Je schrijft links de thema's op en rechts in steekwoorden over de inhoud
  
• Na de uitzending lever je het formulier bij mij in
• Niets gemaakt of niet aan de opdracht gehouden = aantekening in Magister

Experts

Ich möchte gerne, dass du weißt wie die richtige Aufgaben aussehen.

• Ik geef je een nummer 
  
• Je vormt een groepje met je nummer 
  
• Alle even groepjes(2 en 4) bespreken schrijfopdracht 1
  
• Alle oneven groepjes(1 en 3) bespreken schrijfopdracht 2
  
• Je overlegt in je groepje over wat de beste zinnen zouden zijn (meerdere opties graag)
  
• Je levert per groepje een kaartje in met volgens jullie de juiste brief
  
• Je gaat weer terug op je originele plek zitten
  
• Je legt de persoon voor/achter je uit wat de juiste brief zou moeten zijn (even begint)
  

Das Verb werden im Präteritum

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

wurde

wurdest

wurde

wurden

wurdet

wurden

Wortschatz mündliche Prüfung

Hast du alle Bilder noch im Kopf?

Was bedeutet was auf Deutsch?

Wir werden es jetzt mal checken!

Padlet Verb werden

• Lever hier de komende 3 opdrachten in
• Log hier nu alvast in
• Schrijf in het tekstblok binnen Padlet
• Lever alles in 1 keer in

Link Padlet: https://tinyurl.com/4dv8qs7r