Week 1 lesdag 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Körperteile

beim Arzt 

bij de arts

Doel: 

• Je kent een aantal lichaamsdelen in het Duits.
• Je oefent met leesvaardigheid. 

• der Finger
• der Rücken
• der Arm
• der Fuß
• die Hand
• die Ferse
• das Bein
• der Kopf
• der Hals
• das Knie

Pak pen en papier en zet het juiste woord achter het nummer met de vertaling.  

Voorbeeld: 

1. Kopf = hoofd

Maak een foto en upload die in de volgende slide. 

Doe wat er op de vorige slide van je gevraagd wordt & upload hier de foto.

Welk lichaamsdeel hoort bij het werkwoord.

Open de volgende dia en zoek bij elkaar

1. sehen       : das Auge                      

2. hören      : _____________________________________

3. sprechen: _____________________________________

4. laufen      : _____________________________________

5. denken    : _____________________________________

6. essen        : _____________________________________

7. schreiben : _____________________________________

8. küssen      : _____________________________________

9. riechen (=ruiken): _____________________________________

sehen

fühlen

laufen

schreiben

küssen

essen

hören

lecken

riechen

das Auge

der Finger

das Bein

die Hand

der Mund

die Zähne

das Ohr

die Zunge

die Nase

Je krijg zo een paar vragen

Kijk eens of je de vragen al kunt beantwoorden. Je mag je internet op je telefoon gebruiken om het op te zoeken! 

Soms wordt er iets gevraagd over een plaatje. Kijk dan eerst goed naar het plaatje. 

Was bedeutet Gute Besserung ?

Der Mann ist vom Beruf ein ...........

Das ist ein ..............

Was hat der Junge in seinem Mund ?

Buikpijn is in het Duits:

Wir haben alle zehn .....................

mein Bein ist gebrochen

• mijn been is gebroken

dein Arm ist gebrochen

• jouw arm is gebroken

sein Fuß tut weh.

• zijn voet doet pijn

ihre Hand tut weh

• haar hand doet pijn

vertaal:
Mein Fuß ist gebrochen

Vertaal:
sein Hals tut weh

Vertaal:
dein Hand tut weh

Vertaal.
dein Arm ist gebrochen

Lezen

Je gaat nu lezen. Dit is belangrijk want over een paar weken heb je een leestoets die zwaar mee telt. We gaan de komende weken dus extra goed oefenen met lezen. 

Gesundheit (Dialog mit Arzt)

Peter ist krank. Er geht zum Arzt.

„Was fehlt Ihnen?“, fragt der Arzt.

„Ich habe Husten, Schnupfen und Fieber“, sagt Peter.

„Wie lange sind Sie schon krank?“ - „Seit gestern.“

Der Arzt hört seine Lunge ab, misst seine Temperatur und sieht in seinen Mund.

„Sie haben eine schlimme Erkältung. Rauchen Sie?“ - „Nein, ich rauche nicht.“

„Das ist gut, Rauchen ist nicht gesund. Haben Sie Allergien?“ - „Nein, ich habe keine Allergien.“

Der Arzt gibt Peter ein Rezept. „Ich verschreibe Ihnen Medikamente, die holen Sie bitte aus der Apotheke. Nehmen Sie morgens eine Tablette und am Abend einen Löffel Hustensaft.“ 

„Darf ich morgen Fußball spielen?“

„Nein, das dürfen Sie nicht. Sie müssen drei Tage im Bett bleiben und sollten viel Tee mit Honig trinken. In einer Woche dürfen Sie wieder Fußball spielen. Ich wünsche Ihnen gute Besserung!“

Hoe lang is Peter al ziek?

1. sinds eergisteren
2. sinds gisteren
3. sinds vorige week
4. sinds een paar dagen

Wat doet de arts?

1. Hij neemt zijn temperatuur op.
2. Hij kijkt naar zijn oren.
3. Hij geeft een injectie.
4. Hij luistert naar zijn longen

Wat moet Peter bij de apotheek ophalen?

1. een recept
2. medicijnen
3. 1 tablet
4. 1 lepel

Wat mag Peter morgen niet doen?

1. in bed blijven
2. thee met honing drinken
3. veel praten
4. voetballen

Wanneer moet Peter het hoestdrankje innemen?

1. in de ochtend
2. om de vier uur
3. 's avonds
4. 's middags

Hoe vond je het lezen gaan?

1. Ik snapte de tekst en de vragen eigenlijk wel.
2. Ik vond het echt heel makkelijk!
3. Het ging wel, maar was niet heel makkelijk.
4. Het was kei moeilijk.

Maak nu van je werkboek Kapitel 7: oefening 20, 22, 23 en 25 (werkboek blz. 120). Hieronder kun je nog verder oefenen met de lichaamsdelen, wanneer je de oefeningen toch nog lastig vindt. 

Open de volgende dia en speel het memory spel.

• klik op spielen.
• klik de telefoon aan voor geluid.
• probeer het woord en de plaatjes bijelkaar te zoeken.
• klik op : noch mal spielen om je tijd te verbeteren.
• ga door tot je onder de 20 seconden zit.

https:

Je gaat nu testen hoeveel je al weet.

• klik op : test machen
• klik op : multiple choice en oefen.
• klik op : schreibtest en oefen.

https:

Je gaat nu een aantal onderdelen van je gezicht en hoofd oefenen.

Open de volgende dia en oefen de eerste 2 online-übungen

• Wort-Bild Zuordnung
• Bildquiz mit Eingabe.

Vergeet niet daarna terug naar LessonUp te gaan voor nog meer oefeningen. 

learningapps.org

learningapps.org

https:

https:

Open de volgende site en maak de opdracht:

Oefen eerst door de luisteren en te kijken>

• klik de speaking challenge aan

Oefen dan met het aanklikken van het juiste lichaamdeel>

• Klik de listening Challenge aan.

Je gaat net zo lang door tot je de challenge(uitdaging) gehaald hebt.

www.languageguide.org