Taak 6 Een bestaan opbouwen

Taak 6

 Een bestaan opbouwen

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taak 6

 Een bestaan opbouwen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:

Aan het einde van de taak weet ik:

1 het verschil tussen levensbehoeften en luxe behoeften

2 welke bestaansmiddelen mensen nu hebben


3 wat het verschil is tussen goederen en diensten

4 wat budgetteren is en kan ik dit uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?


Toetsweek voorbereiden!

Taak 6

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Eerste levensbehoeften

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Zet een kruisje in de juiste kolom.
X
X
X
X
X
X
X
X

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Waar denk je aan bij 'Beroepen'

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

 Zelfstandig werken
Bekijk de samenvatting van taak 6. Vul aan. 

timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Zoek een foto van het beroep dat jij later wilt worden!

Slide 13 - Question ouverte

Lesdoel:

Aan het einde van de taak weet ik:



3 wat het verschil is tussen goederen en diensten

4 wat budgetteren is en kan ik dit uitleggen

1 het verschil tussen levensbehoeften en luxe behoeften
2 welke bestaansmiddelen mensen nu hebben

Slide 14 - Diapositive

Filmpje

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Goederen en diensten

Slide 17 - Diapositive

Goederen
Diensten
Naar de kapper gaan.
Snelle die een liedje zingt op je verjaardag.

Slide 18 - Question de remorquage

 Beroep en geld
  • Een beroep: het werk wat je doet
  • Met je beroep verdien je geld!

  • Je kan niet alles kopen = schaarste 

Slide 19 - Diapositive

Je kan niet alles kopen, dat noem je:

Slide 20 - Question ouverte

Inkomsten en uitgaven
  • Je maakt dingen of verleent een dienst = productie

  • Mensen die jouw productie kopen = consumptie 

  • Later: Je verdient geld = inkomsten en geeft uit = uitgaven

Slide 21 - Diapositive

Hoe noem je geld uitgeven?
A
Inkomsten
B
Uitgaven

Slide 22 - Quiz

Inkomsten en uitgaven
  • Een overzicht maken van inkomsten en uitgaven = budgetteren

Slide 23 - Diapositive

 Zelfstandig werken

Werkboek Taak 6 blz. 41

Maken opdracht  12 + 13 + 14

 

timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Exit ticket

Slide 25 - Diapositive

Maak een foto van opdracht 12 t/m 14.

Slide 26 - Question ouverte

Lesdoel:

Aan het einde van de taak weet ik:

- het verschil tussen levensbehoeften en luxe behoeften

- welke bestaansmiddelen mensen nu hebben

- wat het verschil is tussen goederen en diensten

- wat budgetteren is en kan ik dit uitleggen

Slide 27 - Diapositive

Tijdens deze les heb ik actief meegedaan
A
Helemaal mee eens
B
Mee eens
C
Mee oneens
D
Helemaal mee oneens

Slide 28 - Quiz