3.3 Wereld: Het verschil tussen zomer en winter 2023

Weer en Klimaat
P3.3 Het verschil tussen zomer en winter
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat
P3.3 Het verschil tussen zomer en winter

Slide 1 - Diapositive

Hoe ziet de les vandaag er uit?
  • Vorige lessen met check vragen
  • Doelen 3.3
  • Lezen en meedenken, instructie
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hoge breedte komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder

Slide 3 - Quiz

In de dal van een berg is het 5 °C. Hoeveel graden op 2000 m hoogte?
A
15 °C
B
-7 °C
C
- 9 °C
D
0 °C

Slide 4 - Quiz

Nederland: Waaraan merken wij het verschil tussen de zomer en de winter?
timer
2:00

Slide 5 - Question ouverte

Zijn er vier seizoenen
of alleen een?

Slide 6 - Diapositive

Op lage breedte heb je seizoenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

In Nederland is verschil tussen de zomer- en wintertemperatuur extreem groot.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De aarde draait:

  • ...maakt twee bewegingen:
  • ...draait rond zijn as. (24 uur)
  • ...draait rond de zon. (1 jaar)


  • Door de schuine stand van de aardas verandert de invalshoek van de zonnestralen gedurende het jaar.
  • In juni heeft het noordelijk halfrond een hogere zonnestand dan in december. Het is dan zomer


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Versterkt broeikaseffect = teveel CO2 in de lucht. De dampkring houdt warmte vast => opwarming aarde.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Lengte van zonlicht op een dag.

Pooldag: Periode waarin de zon niet onder gaat.

Poolnacht: Periode waarin de zon niet opkomt.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

In welke maand staat
het noordelijke halfrond
het dichtst bij de zon?
A
maart
B
juni
C
september
D
december

Slide 20 - Quiz

Op 21 december staat de noordpool het ........ bij de zon vandaan.
A
verst
B
dichts

Slide 21 - Quiz

Hoe komt het dat we seizoenen hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 22 - Quiz

Hoe komt het dat we dag en nacht hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 23 - Quiz

Welke seizoen heeft de Zuidpool volgens de tekening ?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Aardas
Evenaar
Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

pooldag    

Slide 29 - Diapositive

aardas
Noordpool
noordelijk halfrond
evenaar
zuidelijk halfrond
Zuidpool

Slide 30 - Question de remorquage

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

De scheve aardas is de oorzaak van de seizoenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Hoeveel graden staat de aardas scheef?
A
3,5 graden
B
13,5 graden
C
23,5 graden
D
33,5 graden

Slide 33 - Quiz

Waar zorgt de scheefstand van de aardas voor?
A
dag en nacht
B
zomer en winter

Slide 34 - Quiz

Wat is de beste verklaring voor het mooie weer in de zomer?
A
In de zomer is de dampkring op ons halfrond dunner
B
In de zomer staat de aarde dichter bij de zon
C
In de zomer staat de zon hoger door de scheve aardas

Slide 35 - Quiz