Verhoudingen 1F breuken

breuken
1. Oriëntatie op breuken
Doel breuken kunnen vergelijken.
2. Optellen en aftrekken met breuken
Doel kunnen optellen en aftrekken met breuken.
3. Vermenigvuldigen en delen met breuken
Doel kunnen vermenigvuldigen en delen met breuken
4. Kommagetallen en breuken
Doel kunnen rekenen met kommagetallen en breuken.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

breuken
1. Oriëntatie op breuken
Doel breuken kunnen vergelijken.
2. Optellen en aftrekken met breuken
Doel kunnen optellen en aftrekken met breuken.
3. Vermenigvuldigen en delen met breuken
Doel kunnen vermenigvuldigen en delen met breuken
4. Kommagetallen en breuken
Doel kunnen rekenen met kommagetallen en breuken.

Slide 1 - Diapositive

Hoe noem je het onderste getal in een breuk?
timer
0:30
A
teller
B
deler
C
noemer

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Hoe verdeel je een pizza in 8 stukken zodat iedereen tevreden is?

Slide 4 - Question ouverte

Zijn de volgende twee breuken gelijk aan elkaar?

21en42
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Zijn de volgende twee breuken gelijk aan elkaar?
101en204
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Zijn de volgende twee breuken gelijk aan elkaar?
51en153
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Welk deel is gevuld? 

Hoeveel water heb je bij elkaar?

Is de fles dan gevuld? 

Slide 8 - Diapositive

Er zijn nog 3 stukken worteltaart over van 1/7

Er zijn nog 3 stukken worteltaart over van
Hoeveel taart is er nog over?

81

Slide 9 - Question ouverte

Een groep studenten hebben een zelftest gedaan.
deel is positief getest. Dat zijn 20 studenten.

Hoeveel studenten hebben er een zelftest gedaan?
52

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

van klein naar groot zetten
 2,125 m
 2,1 m

22,055 m


1,999 m
221m
241m

Slide 12 - Diapositive