Words Unit 4 - Lesson 2 (havo2)

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Warm-up

What kind of words do you expect to learn in this lesson?

Write it down on the next slide!

What kind of words do you expect to learn?

diversity

Listen to the explanation!

diversity

arrangement

Komt van to arrange af - afspreken.

Dat woord heb je al eens gehad dus probeer daar naar terug te koppelen!

is home to

is kan ook veranderen naar een andere vorm van to be!

Let daar dus op bij je toets en leer eventueel liever be home to dan is home to.

rare

Listen to the explanation!

rare

qualifications

Misschien ken je het woord uit de sport: kwalificaties of to qualify for (je ergens voor plaatsen). 

Hier betekent het diploma's of de juiste papieren

command

Let op want command bekent NIET commanderen al lijkt het daar wel erg op! 

Het is hier een zelfstandig naamwoord en betekent beheersing

cover

Cover kan ook meerdere betekenissen hebben zoals de voorkant van een boek of een bedsprei.

Hier betekent het bedekken let dus weer op de context!

curious

Let hier op de spelling!

De laatste letters volgen hun volgorde in het alfabet ;)

earn money

Is dus het tegenovergestelde van spend money (geld spenderen / uitgeven!)

patience

Je kent misschien al (be) patient - ben geduldig. Daar is dit woord ook van afgeleid:

geduld

On the next slide

Write down all the words that would go with "holiday" from lesson 2, unit 4

holiday

Write down the word you hear:

Write down the word you hear:

Write down the word you hear:

What word(s) from lesson 2 fits this picture?

Which word(s) from lesson 2 fits the sentence:
There are ___ few adults here!

Which word(s) from lesson 2 fits the sentence:
Only you can ___ what you want to do after high school!

Welke woorden blijven nu beter hangen?

Welke woorden verdienen nog wat extra aandacht?