Rekentaal ISK

Mevrouw Judith heeft 90 spelletjes. Mevrouw Barbie heeft er 25. Hoeveel zijn dat er minder?
1 / 32
suivant
Slide 1: Question ouverte
RekenenISK

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Mevrouw Judith heeft 90 spelletjes. Mevrouw Barbie heeft er 25. Hoeveel zijn dat er minder?

Slide 1 - Question ouverte

zijn dit
CIJFERS of GETALLEN?
A
cijfers
B
getallen

Slide 2 - Quiz

Rekenen 
Rekentaal & sommen

Slide 3 - Diapositive

Plus

Slide 4 - Diapositive

Bedenk zelf een plussom en reken hem uit.

Slide 5 - Question ouverte

Min
_

Slide 6 - Diapositive

Bedenk zelf een minsom en reken hem uit.

Slide 7 - Question ouverte

Andere woorden voor plus
erbij 
samen
dubbel
meer
opgeteld
bij elkaar 
in totaal

Slide 8 - Diapositive

Andere woorden voor min
eraf
minder
verschil
weg
van elkaar af


Slide 9 - Diapositive

Ik heb 36 taartjes. Jij hebt er 12. Hoeveel is dat samen?

Slide 10 - Question ouverte

Jij hebt 84 taartjes. Ik heb er 14. Wat is het verschil?

Slide 11 - Question ouverte

Mevrouw Boom heeft 6 boeken. Mevrouw Vogel heeft er 22. Hoeveel boeken zijn dat bij elkaar?

Slide 12 - Question ouverte

Keer
X

Slide 13 - Diapositive

Bedenk zelf een keersom en reken hem uit.

Slide 14 - Question ouverte

Delen
:

Slide 15 - Diapositive

Bedenk zelf een deelsom en reken hem uit.

Slide 16 - Question ouverte

568+12=
A
580
B
556
C
590
D
578

Slide 17 - Quiz

316-12=
A
300
B
328
C
314
D
304

Slide 18 - Quiz

5x2=
A
7
B
3
C
10
D
25

Slide 19 - Quiz

10:2=
A
12
B
5
C
8
D
20

Slide 20 - Quiz

8 x 7 =
A
32
B
48
C
56
D
87

Slide 21 - Quiz

102 - 23 =
A
81
B
79
C
78
D
69

Slide 22 - Quiz

van GROOT naar KLEIN

Slide 23 - Diapositive

van groot naar klein
264
4813
8316
4248

Slide 24 - Question de remorquage

van klein naar groot
2.265
622
8.852
6.512

Slide 25 - Question de remorquage

> < =
Groter dan     >
Kleiner dan   <
Is gelijk aan   =

Slide 26 - Diapositive

15<28
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

200>100
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

560>5600
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

6782=6872
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

5278=5278
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz


😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage