Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
conceptuele kunst was geboren:
Slide 1 - Diapositive
Conceptuele kunst
Slide 2 - Diapositive
schilderkunst
beeldhouwkunst
standbeelden
multimediakunst
Performancekunst
Landart
Kunst heeft heel veel vormen, zoals......
Fotografie
Slide 3 - Diapositive
Conceptuele kunst
vanaf 1960
Alles draait om het idee achter het kunstwerk, niet om het kunstwerk zelf. Het gaat er niet om wat en hoe en door wie het gemaakt is, het gaat puur om het idee.
Slide 4 - Diapositive
Conceptuele kunst
Marcel Duchamp stuurde dit urinoir in 1917 in voor een tentoonstelling. Hij vond dat álles kunst kan zijn en wilde mensen na laten denken over de vraag "Wat is kunst?" Dit wordt gezien als het begin van de conceptuele kunst. Kunst waarbij het idee centraal staat.
Slide 5 - Diapositive
conceptuele kunst
mensen aan het denken zetten, op het verkeerde been zetten, omdenken, grenzen opzoeken, humor, het gaat om de inhoud, om het idee, een concept,
Slide 6 - Diapositive
conceptuele kunst
* grenzen van de kunst opzoeken
* concept belangrijker dan de uitvoering
* uitwerking concept vaak niet door de kunstenaar
* idee kan ook niet worden uitgevoerd.
* presentatie via foto, film of tekst.
* woorden nemen een belangrijke plaats in.
Slide 7 - Diapositive
Objet-Trouve (Kunst van gevonden voorwerpen)
Conceptuele Kunst ( Het idee staat centraal, niet de uitvoering)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Conceptuele kunst
Kunstenaars gingen meer nadenken over de vraag wat is kunst.
Bij conceptuele kunst is het idee vaak belangrijker dan het kunstwerk
materiaal is bij conceptuele kunst heel divers
Slide 10 - Diapositive
Conceptuele Kunst/ the Readymade
Een kunststroming waarbij het idee van de kunstenaar de basis vormt van het kunstwerk.
Dat idee kan worden meegeven in de titel, zodat de kijker op een andere manier kan kijken naar het kunstwerk.
Een nieuw perspectief op een wellicht bestaande realiteit.
Slide 11 - Diapositive
Wat is conceptuele kunst?
Een kunstwerk is conceptuele kunst wanneer het idee meer waarde heeft dan de uitwerking van het kunstwerk.
Conceptuele kunst kan verschillen in uitvoering, formaat, manier van presenteren, vormentaal, materiaal en techniek.
Slide 12 - Diapositive
Wat is conceptuele kunst?
A
Het gaat er vooral om hoe de kunst er uit ziet en wat het voorstelt
B
De kunst is bedoeld om een gevoel uit te drukken
C
Het idee doet er niet toe, het gaat vooral om de ruimte waar het zich afspeelt
D
Het idee is belangrijker dan hoe het eruit ziet, of welke materialen en technieken er zijn gebruikt
Slide 13 - Quiz
Conceptuele kunst
Bij conceptuele kunst gaat het om het concept, de achterliggende gedachte.
De kunstenaar hoeft het niet zelf uit te voeren.
Zo zijn de zonnebloempitten wel door Ai Wei Wei zelf bedacht, maar niet allemaal door hem gemaakt.
Slide 14 - Diapositive
Conceptuele kunst
Kunstenaars gingen meer nadenken over de vraag wat is kunst.
Bij conceptuele kunst is het idee vaak belangrijker dan het kunstwerk
Dit kunstwerk "Fountain van Marcel Duchamp" werd gezien als het eerste conceptuele kunstwerk/.
Slide 15 - Diapositive
Kosuth
Conceptuele kunst; niet de uitvoering, maar het idee achter het kunstwerk is belangrijk. In dit geval: wat is een stoel? Is dat de echte stoel, een foto van de stoel of de uitleg uit het woordenboek?
Slide 16 - Diapositive
In het algemeen speelt tekst een grote rol in conceptuele kunst. Leg uit waarom dat zo is.
A
Conceptkunst is in de eerste plaats kunst waarvan het materiaal bestaat uit concepten (ideeën).
B
Een van de effectiefste manieren om ideeën vast te leggen is ze op te schrijven.
C
Het conceptkunstwerk moet uitgelegd worden aan de kijker door middel van tekst
D
tekst is onderdeel van het kunstwerk
Slide 17 - Quiz
Wat is het belangrijkst bij conceptuele kunst?
A
Dat de kunst tijdelijk is
B
Dat het een abstracte weergave van natuur is
C
Dat het idee centraal staat
D
Dat het de overtuigingen van de kunstenaar laat zien
Slide 18 - Quiz
What's Happening?
In de onrustige jaren zestig van de vorige eeuw verandert er veel, ook in de kunstwereld. Conceptuele kunst komt op en speelt al gauw een grote rol. Hierbij is het idee van de kunstenaar belang rijker dan de uitvoering van het kunstwerk.
Er ontstaat een nieuwe vorm van kunst. Een kunstwerk waar je bij moet zijn. Er vind een presentatie van de kunstenaar plaats. Het is een Immateriële kunstvorm een gebeurtenis. Het is iets tijdelijks in tegenstelling tot een traditioneel kunstwerk. Als herinnering of als registratie worden er vaak foto’s of film van gemaakt.
Ook ontstaan de eerste happenings: actie-werken waarbij vaak ook het publiek een actieve rol speelt. Happenings worden meestal buiten het museum gehouden en vooraf staat niet vast wat er zal gebeuren. Later ontstaat het begrip performance voor acties met een grote fysieke rol voor de kunstenaar. Soms werken er assistenten mee, wordt er muziek gemaakt of worden rekwisieten gebruikt en meestal is er publiek aanwezig. Wanneer een performance of happening is afgelopen, zijn foto's of video's de enige tastbare herinnering, al kunnen deze niet de originele uitvoering vervangen; die is en blijft uniek.
Slide 19 - Diapositive
opheffen van de grens tussen kunst en het dagelijks leven
Toeschouwers nemen deel aan de handelingen
Allan Kaprow
Happenings
Het opheffen van de grens tussen kunst en het dagelijks leven is herkenbaar in veel conceptuele kunst. Kunstenaar Allan Kaprow (1927–2006) zegt ‘There is a need for life-like art rather than art-like art’. Kaprow past deze gedachte toe in geïmproviseerde theatrale groepsbijeenkomsten die hij happenings noemt
In een happening vinden op een vastgestelde plaats binnen een bepaalde timing en volgens planning van een kunstenaar een aantal gebeurtenissen plaats, waarbij aanwezigen deels toeschouwer zijn en deels, passief of aktief, een rol in de handelingen spelen: kunstenaars en toeschouwers bepalen samen hoe zij verlopen. Om de drempel tussen kunstenaar en toeschouwer verder te verlagen, draaien de bijeenkomsten om eenvoudige handelingen met herkenbare materialen. Of happenings nu theater of beeldende kunst zijn doet er niet toe. Wat voorop staat is de eenmalige, gezamenlijke ervaring die kunstenaars en publiek samen vormgeven.
Allan Kaprow studeerde tussen 1957 en 1959 compositie bij John Cage en schreef elektronische muziek. Hij studeerde verder schilderkunst bij de abstract expressionistisch schilder Hans Hofmann en geschiedenis bij historicus Meyer Schapiro. Hij wordt wel de vader van de happening genoemd. Vanaf 1958 organiseerde hij zo'n 200 happenings over de hele wereld. Zijn kunstwerken maakte hij vaak van vergankelijke materialen als gras en papier, waarmee hij aan de toeschouwer liet weten dat zijn werk geen blijvende waarde zou hebben.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Happenings en performances
Happenings en performances spelen zich af op de grens van theater en beeldende kunst. Een happening is een kunstzinnige actie in de openbare ruimte waarbij het publiek vaak een rol speelt.
Deze 'acties' spelen een grote rol binnen de conceptuele kunst
Slide 22 - Diapositive
Happening door de kunstenaar Allan Kaprow (jaren zestig). Happening is onderdeel van conceptuele kunst
Slide 23 - Diapositive
Tot welke stroming kan dit werk gerekend worden?
A
cobra
B
conceptuele kunst
C
landart
D
minimalisme
Slide 24 - Quiz
Landart - vanaf 1970
Slide 25 - Diapositive
Landart 1970 -1980/ Conceptuele kunst
1. Kunstenaars maken gebruik van de natuur.
2. Brengen daar veranderingen in
3. het idee is belangrijker dan de uitvoering.( voorstelling)
4. Conceptuele kunst is vaak moeilijker te begrijpen, je moet erover nadenken (voorstelling)
5. Soms ook performances. (voorstelling)
6. Vormgeving; de techniek en materiaal is niet belangrijk maar het idee!
Slide 26 - Diapositive
landart
Jean Christo - Ingepakte kunst - 1995
Slide 27 - Diapositive
De groene Kathedraal in Flevoland. Landart.
De echte Kathedraal waar het op geïnspireerd is in Reims (fr).
Slide 28 - Diapositive
Ingrijpen in de natuur
Bij sommige kunstwerken speelt het ingrijpen van de mens in het landschap zo'n grote rol dat we spreken over landart. Bij deze kunstwerken zijn de natuurlijke omgeving en natuurlijke materialen het uitgangspunt. De kunstenaar doet een ingreep in het landschap en/of verandert daar iets aan en laat daarmee zijn of haar sporen na in de vorm van een kunstwerk. Soms zijn deze werken zo groot dat je ze van dichtbij niet goed kunt overzien, maar wel bijvoorbeeld vanuit de lucht. Door de invloed van de natuur op de kunstwerken, blijven deze altijd in ontwikkeling. Omdat landart vaak een tijdelijk karakter heeft, zijn foto's of andere registraties van het kunstwerk het enige wat bewaard blijft.
Slide 29 - Diapositive
Landart
Tijdelijke kunstwerken in de natuur die uiteindelijk ook weer door de natuur opgenomen kunnen worden. Vaak dus van tijdelijke aard. Het is in de natuur, doet iets met de natuur en vaak van natuurlijke materialen maar dit hoeft niet
Tom Claassen Antony Gormley
Slide 30 - Diapositive
Landart
* natuur als beeldend materiaal.
* het concept staat centraal.
* kunstwerk vastleggen met foto, film, tekening.
* twee verschillende manieren,
1) vervormen ( afgraven weghakken)
2) toevoegen ( staalplaten, plastic)
Slide 31 - Diapositive
LANDART
iets wat je aan het landschap toevoegd of verandering in aanbrengt
speciale locatie
blijvend kunstwerk
Slide 32 - Diapositive
Welke term past bij het werk hiernaast?
A
Minimal Art
B
Performance Art
C
LandArt
D
PopArt
Slide 33 - Quiz
“Ik rotzooi maar wat aan. Ik smijt de verf met grote kwasten, plamuurmessen en mijn blote handen tegen het doek aan. Ik voel me weer helemaal kind!”