Examen training niv3

Rekenen N3 en N4
Wat kan je verwachten?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen N3 en N4
Wat kan je verwachten?

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
- voorbereiding op het examen
- vergelijkbare sommen oefenen
- goed voorbereid naar je examen

Slide 2 - Diapositive

Erik spaart voor een elektrische step,
hij heeft al 245 euro gespaard.
Hoeveel % van het doelbedrag heeft hij al gespaard?
Rond af op een heel getal

Slide 3 - Question ouverte

Vorig jaar kostte deze step nog 295 euro. (nu 325)
Met hoeveel % is de prijs gestegen?
Rond af op een heel getal

Slide 4 - Question ouverte

Met deze step kan hij gemiddeld 30km rijden.
Hij woont 4,5km van school, hoe vaak kan hij heen en weer zonder op te laden?

Slide 5 - Question ouverte

Mehmet verdiend 1596 euro per maand
Hij zoekt een woning en wil maximaal 2/5 deel van zijn salaris kwijt zijn aan huur. Wat wil hij maximaal betalen?

Slide 6 - Question ouverte

Hij moet ook op zoek naar een zorgverzekering, dat gaat hem 107 Euro per maand kosten. hoeveel procent van zijn salaris (1596) is dat?
Rond af op 1 decimaal

Slide 7 - Question ouverte

Truus houdt wel van een rondje hardlopen, zij loopt een ronde van 5 km met een tempo van 5min/km
Hoelang doet zij over dit rondje?

Slide 8 - Question ouverte

Thalia loopt mee met een hardloopgroep. Ze loopt een tocht van 8.800 meter in 44 minuten.
Wat is de gemiddelde snelheid van Thalia in kilometer per uur?
A
12
B
9
C
14
D
5

Slide 9 - Quiz

Thalia loopt mee met een hardloopgroep. Ze loopt een tocht van 8.800 meter in 44 minuten.
Wat is de gemiddelde snelheid van Thalia in kilometer per uur?
8800
200
12000
44
1
60
12000 meter = 12 kilometer

12 km / u

Slide 10 - Diapositive

De inhoud bereken je door de lengte, de breedte en de hoogte met elkaar te vermenigvuldigen.
...
Inhoud = lengte (l) x breedte (b) x hoogte (h).
1 dm3 = 1 liter.
1 cm3 = 1 milliliter.

Slide 11 - Diapositive


Slide 12 - Question ouverte

De inhoud bereken je door de lengte, de breedte en de hoogte met elkaar te vermenigvuldigen.
...
Inhoud = lengte (l) x breedte (b) x hoogte (h).
1 dm3 = 1 liter.
1 cm3 = 1 milliliter.

Slide 13 - Diapositive


Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

je wilt een tuin van 4 bij 4 meter met 10 centimeter tuinaarde bedekken. De tuinaarde is verpakt in zakken van 40 liter.
Hoeveel zakken tuinaarde heb je hiervoor nodig?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive