1MH3 - Module Grammatica les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS! 

MEVROUW DUINHOUWER

Lesprogramma 

12:40 - 13:15 VKO-PROJECT

10 minuutjes pauze

13:25 - 14:15 Nederlands - Grammatica woordsoorten:

- Werkblad 1.2 nakijken klassikaal
- Uitleg bijvoeglijk naamwoord 
- In groepjes aan de opdracht werken

14:15 - 14:25 Lezen

VKO PROJECT

Lesdoel

- Aan het einde van de les ken je het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord vinden in de zin.

Bijvoeglijk naamwoord

- vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
- Kan vóór of achter het znw staan.

Een stoere filmster

Het doosje is blauw.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- zegt van welke stof iets (znw) gemaakt is.

Een gouden horloge

De plastic tas

Bijvoeglijk naamwoord

Kan een korte vorm (zonder -e) of 

een lange vorm hebben (met een -e)

knap - knappe

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Heeft maar één vorm en eindigt meestal op -en

koperen, houten

- maar niet altijd!
aluminium, plastic

Bijvoeglijk naamwoord

- kent de 'trappen van vergelijking'

stellende trap: knap

vergrotende trap: knapper

overtreffende trap: knapst

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

- kent niet de trappen van vergelijking

Bijvoeglijke naamwoorden kun je versterken door een woord ervoor te zetten 

“Wat ben je als je heel ziek bent?” “Doodziek!”

“Als iets heel goedkoop is, dan is het?” “Spotgoedkoop!” 

 

Opdracht

Ga naar It's Learning -> Bronnen -> Grammatica groepsopdracht

Maak groepjes van maximaal 4 klasgenoten

In je groepje ga je zoveel mogelijk versterkende bijvoeglijk naamwoorden uit de vierkanten halen. Welke bijvoeglijke naamwoorden kunnen jullie vinden of maken? 

Noteer deze! 

Maak een kort verhaaltje met daarin versterkende bijvoeglijk naamwoorden

Voorbeeld: Zwaarverkouden en doodziek lag ik op bed. Het was bloedheet en mijn mond was kurkdroog. “Water”, smeekte ik!

Na de opdracht wordt per groepje het verhaaltje voorgelezen.