Het interbellum § 5.4 economische crisis

De weg naar oorlog

§ 3  De machtsgreep
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De weg naar oorlog

§ 3  De machtsgreep

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
              De tijd van wereldoorlogen, 1900 - 1945
Het fascisme

Slide 2 - Diapositive

herhaling § 2
quizvragen

Slide 3 - Diapositive

In welk jaar ontstond de hyperinflatie in Duitsland?
A
1921
B
1922
C
1923
D
1924

Slide 4 - Quiz

Waardoor werd deze hyperinflatie veroorzaakt?
A
Doordat er geld werd bijgedrukt om de herstelbetalingen te voldoen
B
Doordat het Ruhrgebied werd bezet en er gestaakt werd
C
Doordat het geld in waarde verminderde
D
Doordat de Duitse wapenindustrie niet meer draaide

Slide 5 - Quiz

Door het Dawesplan kwam Duitsland er tijdelijk weer bovenop. Welk voordeel had de VS van deze leningen?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe heet de politiek van Duitsland vanaf 1925 om weer opgenomen te worden in Europa?
A
Appeasementpolitiek
B
Driehoeksdiplomatie
C
Verzoeningspolitiek
D
Pingpongdiplomatie

Slide 7 - Quiz

Video beurskrach 1929
Daarna vragen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De jaren twintig in de VS worden de 'Roaring Twenties' genoemd. Waarom ging het zo goed?
A
Er werd veel geconsumeerd, desnoods met geleend geld
B
Fabrieken draaiden op volle toeren om wapens te produceren
C
Iedereen kocht aandelen

Slide 10 - Quiz

Wat is de achterliggende (indirecte) oorzaak van het instorten van de aandelenbeurs?
A
Er is overproductie want mensen hebben genoeg nieuwe spullen
B
Fabrieken kunnen de vraag naar producten niet aan
C
Banken verhogen de rente

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Overproductie - ontslagen- koopkracht daalt-aandelen minder waard-bedrijven failliet-
B
Ontslagen - overproductie - koopkracht daalt- aandelen minder waard- bedrijven failliet
C
Overproductie- bedrijven failliet - ontslagen- koopkracht daalt- aandelen minder waard

Slide 12 - Quiz

Waarom is de beurskrach (het instorten van de aandelen) een probleem?
A
Mensen die hun geld in aandelen hebben zitten zijn dat geld kwijt
B
Bedrijven hebben dan geen geld meer om te investeren
C
Mensen kunnen hun leningen aan de banken niet meer terugbetalen

Slide 13 - Quiz

Waarom slaat de crisis over naar andere landen?

Slide 14 - Question ouverte

Video Hitler aan de macht
Je moet de stappen kunnen noemen die leiden tot de totale macht van Hitler.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoe heet de president die Hitler benoemd tot Rijkskanselier?
A
Von Hundenbirg
B
Von Birgenhund
C
Von Hindenburg

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het parlementsgebouw waar in 1933 brand gesticht wordt?
A
Das Binnenhoffe
B
Der Reichstag
C
Westminster

Slide 18 - Quiz

Hoe kan Hitler de communisten uitschakelen na de Rijksdagbrand?

Slide 19 - Question ouverte

Omdat Hitler nog steeds niet de meerderheid van de stemmen heeft in 1933, laat hij het parlement onder dwang een wet aannemen. Hoe heet deze wet?
A
De machtigingswet
B
De noodwet
C
De Führerwet

Slide 20 - Quiz