Hoofdtelwoorden - rangtelwoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Thema 6 les 15

Doel: telwoorden leren herkennen.

Aan het eind van de les kan ik in een zin aangeven of er hoofdtelwoorden of rangtelwoorden worden gebruikt.

Er zijn twee soorten telwoorden

Een telwoord is een woord dat een aantal of een volgorde aangeeft. 

Er zijn twee soorten telwoorden, namelijk:
Het hoofdtelwoord: één, twee, drie, vier enzovoort. 
Het rangtelwoord: eerste, tweede, derde enzovoort. 

Dus kort samengevat:

Jan kwam als tweede over de finish.
Tweede is een...

Ik heb vier broodjes gesmeerd.
Vier is een ...

Ik koop zes koffiekopjes.
Zes is een ...

Ik ben als vijfde aan de beurt.
Vijfde is een ...

Iris is acht jaar.
Acht is een...

Vul een hoofdtelwoord in:
De training was om ... uur klaar.

Vul een hoofdtelwoord in:
We rekenen ... keer in de week.

Vul een rangtelwoord in:
Koert werd ... bij de hardloopwedstrijd.

Vul een rangtelwoord in:
Ik ben de ... in de rij bij de kassa.

Bedenk zelf een zin met een hoofdtelwoord:

Bedenk zelf een zin met een rangtelwoord:

Evaluatie

Aan het eind van de les kan ik in een zin aangeven of er hoofdtelwoorden of rangtelwoorden worden gebruikt.

Zin 1:
Ik koop drie nieuwe pennen bij de Primera. 

Zin 2:
Ik ben vierde geworden bij het schaaktoernooi. 

Opwarmer

Straks gaan jullie als groep proberen tot tien te tellen. 
Iedereen zegt om de beurt een getal. Zeg je het getal tegelijk?
Dan ben je af! Je mag niet tussendoor overleggen.

Lukt het jullie om de tien te halen met nog vijf personen over?
Succes!

Tijdens de opwarmer gebruikten we...

1. Hoofdtelwoorden
2. Rangtelwoorden