Module 4 H1.3 Inflatie

Module 4 H1.3 Inflatie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Module 4 H1.3 Inflatie

Slide 1 - Diapositive

Tijd is geld
Algemene prijs van tijd (voor iedereen gelijk)  vs. individuele prijs van tijd (voor iedereen verschillend) 
Individuele prijs van tijd en algemene prijs van tijd bepalen of je gaat sparen of lenen. 
Intertemporele substitutie (verschuiven van consumptie over de tijd) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Consumentenprijsindexcijfer
  • Is een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen aangeeft. Prijsontwikkeling van goederen en diensten.
  • Waarom CPI (Consumentprijsondexcijfer) berekenen?
  • Het CBS stelt aan de hand van het CPI vast hoeveel de inflatie of deflatie is. 



Slide 7 - Diapositive

Consumentenprijsindex
Wat geeft het consumentenprijsindexcijfer weer? 

Waarom gebruiken we het consumentenprijsindexcijfer? 

Slide 8 - Diapositive

CPI 1 =>samengesteld ongewogen

Slide 9 - Diapositive

CPI (2)=>samengesteld gewogen

Slide 10 - Diapositive

Consumentenprijsindex (samengesteld gewogen)
4  Stappenplan om het cpi te berekenen:

  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
  3. Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Mensen lenen geld als hun individuele prijs van tijd...is dan de algemene prijs van tijd.
A
Hoger
B
Lager

Slide 14 - Quiz


Wat is géén oorzaak van inflatie?
A
Dalende koopkracht
B
Teveel geld in omloop
C
Overbesteding
D
Kosten stijging

Slide 15 - Quiz

Welk begrip past bij deze omschrijving?

''rentepercentage waartegen banken geld kunnen sparen bij de centrale bank''
A
Reporente
B
Refirente
C
Algemene prijs van tijd
D
Depositorente

Slide 16 - Quiz