Filling in forms

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Today's lesson

Filling in a form/Formulier invullen

• What is a form?/ What is een form?
• How to fill in a form?/ Hoe kun je een formulier invullen?

Formal letter/Zakelijke brief

• What is a formal letter?/ Wat is een zakelijke brief?
• What is the difference between a formal letter and a informal letter?/ Wat is het verschil tussen een zakelijke brief en een informele brief?

Filling out an informal card/Informele kaart invullen

• What is an informal card?/Wat is een informele kaart?
• How can you write an informal card?/Hoe kan je een informele kaart schrijven?

What is a form?/ What is een form?

1. Book/Boek
2. Poem/Gedicht
3. Document
4. Letter/Brief

Waarvoor moet je formulieren invullen?

How to fill in a form?/ Hoe kun je een formulier invullen?

• Stap 1 : Lees elke stap zorgvuldig.           
  
• Stap 2 : Zijn er instructies gegeven bij het formulier?      
• Stap 3 : Antwoord precies.                    
• Stap 4 : Schrijf de WAARHEID op en wees CORRECT.                
•  Stap 5 : Wees erg zorgvuldig met je formulier (en je gegevens).                        

Hoe goed begrijp je de les stof zo ver?

0100

What is a formal letter?/ Wat is een zakelijke brief?

1. A letter to a friend/ Een brief naar een vriend
2. A letter to work/ Een brief geschreven voor werk
3. A story/ Een verhaal
4. A poem/ Een gedicht

What is the difference between a formal letter and a informal letter?/ Wat is het verschil tussen een zakelijke brief en een informele brief?

.

What is an informal card?/Wat is een informele kaart?

1. A card that is to a friend/ Een kaart naar een vriend
2. A personal letter/ Een persoonlijke brief
3. A personal poem / Een persoonlijke gedicht
4. A card too work/ Een kaart naar werk

How can you write an informal card?/Hoe kan je een informele kaart schrijven?

Aan het werk!

Formulier 1: Volg de instructies op het blad op de juiste manier op.

Formulier 2: Oefen nu zelf met het formulier. Je gaat een formulier over de lokale bibliotheek invullen. Geef de correcte informatie. 

Nooit naar de bibliotheek geweest? Gebruik dan deze informatie: Als kind ben je naar voorleesmiddagen geweest. Je hebt als kind ook weleens een boek geleend. En vorige week heb je de computers gebruikt om iets op het internet op te zoeken.