Thema 1, week 1 Flitsles 1 - WOORDEN MET LANGE KLANK

Wat is het meervoud van
STRAAT
A
straaten
B
straten
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is het meervoud van
STRAAT
A
straaten
B
straten

Slide 1 - Quiz

Wat is het meervoud van
DRAAD
A
draden
B
draaden

Slide 2 - Quiz

LESDOEL

Ik kan woorden met een klinkerverenkeling correct spellen.


Slide 3 - Diapositive

STRATEN
VERDEEL DIT WOORD IN KLANGROEPEN

Slide 4 - Diapositive

BUREN
VERDEEL DIT WOORD IN KLANGROEPEN

Slide 5 - Diapositive

BRODEN
VERDEEL DIT WOORD IN KLANGROEPEN

Slide 6 - Diapositive

Woorden met een lange klank
-weet je het nog?
- klinkerdief 

lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Voorbeelden
je hoort                             je schrijft
draa-ven           =                  draven
moo- gen         =                  mogen
roo-zen             =                     rozen
poo-ten            =                     poten

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan:
1. je verdeeld het woord in klankgroepen

2. eindigt de klankgroep op een lange klank? 
     je hoort dan dus aa, ee, oo, uu

3. dan heeft de lange klank pech, je laat één letter weg, 
     je schrijft dan dus a, e, o, u  

Slide 10 - Diapositive

Bij welk woord hoor je een lange klank aan het eind van een klankgroep?
A
bakken
B
slapen
C
zorgen
D
gezond

Slide 11 - Quiz

Bij welk woord hoor je een lange klank aan het eind van een klankgroep?
A
paard
B
gezicht
C
rommel
D
zomer

Slide 12 - Quiz

Bij welk woord hoor je een lange klank aan het eind van een klankgroep?
A
zoet
B
suiker
C
lopen
D
veulen

Slide 13 - Quiz

Bij welk woord hoor je een lange klank aan het eind van een klankgroep?
A
fietsen
B
kopen
C
bestellen
D
feestje

Slide 14 - Quiz

Bedenk zelf zoveel een woord met een lange klank

Slide 15 - Carte mentale

aan het werk

 Thema 1, week 1
Flitsles 1


Klaar: 10 x plussen

Slide 16 - Diapositive