5HV - Chapitre 1 futur en conditionnel

Futur & Conditionnel
uitleg vorm en
gebruik van beide tijden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Futur & Conditionnel
uitleg vorm en
gebruik van beide tijden

Slide 1 - Diapositive

Futur simple & conditionnel
De futur simple betekent de toekomende tijd. Je komt de futur simple veel in leesteksten tegen.

De conditionnel betekent de onvoltooid verleden toekomende tijd. Je gebruikt de conditionnel uit beleefdheid, bij een voorwaarde of bij een veronderstelling.

Slide 2 - Diapositive

Futur simple: zullen
Je maakt de futur simple door achter het hele werkwoord de uitgangen van de "avoir" te zetten.


 

Slide 3 - Diapositive

Futur 
Je mangerAI
Tu mangerAS
Il mangerA
Nous mangerONS
Vous mangerEZ
Ils mangerONT

Slide 4 - Diapositive

Conditionnel
Uit beleefdheid: Je voudrais participer à cette manifestation. 

Voorwaarde: Si j'étais ministre, je protégerais mieux la nature.

Veronderstelling: Ce serait sympa de planter des arbres ensemble. 

Slide 5 - Diapositive

Conditionnel: zouden
Je maakt de conditionnel door achter het hele werkwoord de uitgangen van de imparfait te zetten.


 

Slide 6 - Diapositive

Conditionnel
Je mangerAIS
Tu mangerAIS
Il mangerAIT
Nous mangerIONS
Vous mangerIEZ
Ils mangerAIENT

Slide 7 - Diapositive

Si.....
Si + voorwaarde (important!):
In bijzinnen die beginnen met si (als), en dus een voorwaarde aangeven, gebruik je verschillende tijden in de hoofd- en bijzin.

Si gevolgd door présent, krijgt futur simple in de hoofdzin:
 Si j’écoute mes parents, je n’aurai pas de problèmes.

Si gevolgd door imparfait, krijgt conditionnel in de hoofdzin: 
Si j’avais le temps, je ferais mieux mes devoirs.
                                                                                                                         

Slide 8 - Diapositive

Si j'étais riche, j'achèterais une grande voiture.
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 9 - Quiz

Si je fais mes devoirs, je comprendrai mieux le français
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 10 - Quiz

Si je suis en retard, je commencerais toujours à transpirer.
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 11 - Quiz

Futur simple: vous serez à l'heure ?
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 12 - Quiz

Conditionnel: nous voudrons un café s'il vous plaît.
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 13 - Quiz