Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2VWO_Chapitre 4-5
Programme week 13
Methode de travail
Terugkoppeling Chapitre 4
Quiz
Planning Chapitre 5
1 / 50
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
50 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Programme week 13
Methode de travail
Terugkoppeling Chapitre 4
Quiz
Planning Chapitre 5
Slide 1 - Diapositive
Méthode de travail (werkwijze)
Weekplanner
: maakwerk, leerwerk, hulpbronnen
Digitaal materiaal Grandes Lignes
: de docent controleert!
1 keer per week
digitale les
met: uitleg, vragen stellen, quizen, opdrachten
Gedurende de week
: filmpjes, Kahoot-challenge, opdrachten
Slide 2 - Diapositive
avoir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
avons
ont
ai
avez
as
a
Slide 3 - Question de remorquage
être
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
sont
suis
sommes
êtes
est
es
Slide 4 - Question de remorquage
vouloir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
veux
voulez
veut
veux
veulent
voulons
Slide 5 - Question de remorquage
Quizlet
https://quizlet.com/_883xk5?x=1qqt&i=e2tgb
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Programme week 14
Terugkoppeling week 13
Quiz
Planning week 14 (1-8 april)
Slide 8 - Diapositive
Wat weet je van Martinique?
Slide 9 - Question ouverte
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
1. Une (grand) maison
2. mon (petit) frère
3. Ils sont (sportif)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Quizlet Live
https://quizlet.com/_88wcnk?x=1qqt&i=e2tgb
Slide 12 - Diapositive
Planning week 14
Slide 13 - Diapositive
Programme week 15
Terugkoppeling week 14
Het bijvoeglijk naamwoord
Phrases-clés
Voca-Quiz
Planning week 15
Slide 14 - Diapositive
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
1. une pizza (italien)
2. une fille (amoureux)
3. une (beau) histoire
4. une (vieux) dame
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Phrases-clés D (p. 65)
Qui est ton meilleur amie / ta meilleure amie?
Il est sportif / Elle est sportive?
Il / elle habite où?
Qu'est-ce que vous aimez faire?
A2b
timer
5:00
Slide 18 - Diapositive
Phrases-clés D (p. 65)
Qui est ton meilleur amie / ta meilleure amie?
Il est sportif / Elle est sportive?
Il / elle habite où?
Qu'est-ce que vous aimez faire?
A2a
timer
1:00
Slide 19 - Diapositive
Quizlet Live
https://quizlet.com/_88wcnk?x=1jqt&i=e2tgb
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Programme week 16
Terugkoppeling week 15
Martinique
Planning week 16
RE-werkwoorden
De vergelijkingen
QUIZ
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Wat weet jij van Martinique?
1. De hoofdstad is ...
2. De munteenheid is ...
3. Ontdekt in 1502 door ...
4. Er zijn veel ...
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Even voorkennis testen:
Hoeveel verschillende groepen regelmatige werkwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 30 - Quiz
Van welke groep werkwoorden zijn er de meeste?
A
van de -er werkwoorden zoals parler
B
van de -ir werkwoorden zoals finir
C
van de -re werkwoorden zoals perdre
D
van de onregelmatige werkwoorden
Slide 31 - Quiz
Van welk werkwoord zijn dit de uitgangen?
-e | -es | -e | -ons | -ez | -ent
A
parler
B
attendre
C
être
D
finir
Slide 32 - Quiz
Frans
-er werkwoorden
-re werkwoorden
-ir werkwoorden
Daarnaast zijn er onregelmatige werkwoorden zoals
aller, venir, avoir, être, prendre, pouvoir, vouloir, faire
etc.
Slide 33 - Diapositive
De stam
De stam maak je door
-RE
van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...
Bijvoorbeeld:
perdre --> perd-
rendre --> rend-
Slide 34 - Diapositive
Regelmatige ww op -re
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op
-re
.
Bijvoorbeeld:
attendre (wachten)
descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
entendre (horen)
répondre (antwoorden)
vendre (verkopen)
rendre (teruggeven)
perdre (verliezen)
Slide 35 - Diapositive
De uitgangen
Slide 36 - Diapositive
Welk vorm is goed?
attendre - j'
A
j'attende
B
j'attendis
C
j'attends
D
j'attendre
Slide 37 - Quiz
Welk vorm is goed?
perdre - tu
A
tu perdes
B
tu perdis
C
tu perds
D
tu perdu
Slide 38 - Quiz
Vertaal
U antwoordt
A
vous répondons
B
vous répondissez
C
vous répondrez
D
vous répondez
Slide 39 - Quiz
Vertaal?
Zij verkopen
A
ils vendent
B
ils vendons
C
ils vendez
D
ils vendrent
Slide 40 - Quiz
De passé composé
Il a
perd
u
= hij heeft verloren
Let op! Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -re eindigt dus op
-u
:
attend
u
-
entend
u
-
rend
u
Slide 41 - Diapositive
Les comparaisons
La Tour Eiffel est
plus
haute
que
l'Arc de Triomphe.
Martinique est
aussi
belle
que
la France.
Le français est
moins
difficile
que
l'anglais.
plus / aussi / moins + bijv. nw. + que
Slide 42 - Diapositive
Les comparaisons
Attention: het bijv. nw. past zich aan, aan het zelfst. nw.
Léa
est plus
grande
que Marc.
Pierre
est plus
grand
que Julien.
François et Nathan
sont plus
grands
que Olivier.
Julie et Emma
sont plus
grandes
que Sarah.
Slide 43 - Diapositive
Quizlet Live
Voca E + F:
https://quizlet.com/_8ai9jp?x=1qqt&i=e2tgb
Slide 44 - Diapositive
Programme week 17
Terugkoppeling week 16
Verbes en -RE:
Kahoot
Parler
: présentez votre
meilleur(e) copain/copine
Vocabulaire:
Quizlet Live
Chapitre 5:
- ik kan vertellen hoe iemand eruit ziet en hoe iemand is
- ik ken woorden die te maken hebben met vriendschap, liefde en karakter
- ik ken de regelmatige werkwoorden op RE
Slide 45 - Diapositive
Kahoot quiz
Les verbes en RE
https://create.kahoot.it/details/verbes-re/400216ac-aeb5-4eb9-9d1a-d98d89c5a220
Slide 46 - Diapositive
Exercice 35 (p. 34)
Présentez votre meileur(e) copain/copine:
- Hoe hij/zij heet
- Hoe oud hij/zij is
- Hoe hij/zij eruitziet
- Hoe zijn/haar karakter is
- Of jullie elkaar vaak zien.
Gebruik de phrases-clés p. 65 + 71
A2b
timer
5:00
Slide 47 - Diapositive
Exercice 35 (p. 34)
Présentez votre meileur(e) copain/copine:
- Hoe hij/zij heet
- Hoe oud hij/zij is
- Hoe hij/zij eruitziet
- Hoe zijn/haar karakter is
- Of jullie elkaar vaak zien.
Gebruik de phrases-clés p. 65 + 71
A2a
timer
5:00
Slide 48 - Diapositive
Vocabulaire Chapitre 5
Quizlet Live:
https://quizlet.com/_8b5dyx?x=1qqt&i=e2tgb
Slide 49 - Diapositive
Slide 50 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1HV_Chap 4-5
Mars 2020
- Leçon avec
49 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2VWO_Digi les
Juin 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
VWO3_Chapitre 7
Avril 2020
- Leçon avec
41 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
L'impératif et comparaisons
Octobre 2020
- Leçon avec
38 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
mavo 3 - chapitre 3 grammaire C futur simple vervolg
Août 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
mavo 3 - chapitre 3 grammaire C futur simple
Mars 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2VWO_Chapitre 6
Mai 2020
- Leçon avec
48 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
T4 doel 3d (GL9H trappen van vergelijking) + SO huiswerkcheck
Novembre 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 4