HIN 1bka pv tt, sterke en zwakke ww

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Fijn dat je er bent!

Pak je spullen alvast.

Doe je boek en schrift open. Basis:  blz 224-225.

Kader:  blz 232-233. 

• Welkom
• Herhaling pv tt 
• Verder met Spelling
• Aan het werk
• Quiz met toetsvragen 
• Vragen stellen over toetsstof

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik ... (worden) moe van spelling.
pv-tt

1. wordt
2. wort
3. word

Zij ...(geloven) mij niet.
pv-tt

1. gelooft
2. geloofd
3. geloofdt
4. geloovt

werkwoordspelling pv-tt

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

Wat is de pv tt?
Hij ____ van sushi.

1. houd
2. hield
3. houdt
4. hielt

Samenvatting 

1. Persoonsvorm vinden --> vraagproef of tijdproef.

2. Om wie gaat het?:

- ik --> ik-vorm 

- iemand anders --> ik-vorm+ t 

- anderen --> hele ww

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Leerdoel

Ik kan sterke en zwakke werkwoorden herkennen.

apps.noordhoff.nl

sterk

Sterke werkwoorden veranderen in klank

Lopen - liepen

ruiken - roken

zoeken - zochten

Zwakke werkwoorden

Veranderen niet in klank

Hopen - hoopte

praten - praatten

spelen - speelden

Aan de slag

Basis: Maak opdracht 1 t/m 5 blz. 226 -227

Kader: Maak opdracht 1 t/m 6 op blz 234-235

Evaluatie : ik kan zwakke en sterke werkwoorden herkennen.

1. JA
2. ONGEVEER
3. NEE
4. Ik heb extra uitleg nodig

Quiz

Over de toets van morgen 

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. december
2. December

leestekens zijn:

1. alleen hoofdletters
2. hoofdletters, komma's, punten en vraagtekens
3. komma's, dubbele punt, aanhalingstekens
4. A,B en C zijn juist

Leestekens. Welke zin heeft alle leestekens goed?

1. Ga jij smorgens nog naar vakwerktijd?
2. Ga jij 's morgens nog naar vakwerktijd.
3. Ga jij 's morgens nog naar vakwerktijd?
4. Ga jij s' morgens nog naar vakwerktijd?

meervoud

1. depressies - parapluus - hobbies
2. depressies- paraplu's - hobby's
3. depressies - paraplu's - hobbies
4. depressies - parapluus - hobby's

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

Verkleinwoorden

1. musea
2. museumpje
3. museumtje
4. museum'pje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?

1. babytje
2. babietje
3. baby'tje
4. kleine baby

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van appel?

1. appeltje
2. appelje
3. appel'tje
4. appeletje

Eindigt dit woord op een D of T?

Na..

1. D
2. t

schrijf je het woord met een -d of met een -t?

1. Foud
2. fout

schrijf je het woord met een -d of met een -t?

1. Gebied
2. gebiet

Hoe weet je of je een woord met -d of -t schrijft?

1. Tijdproef
2. Vraagproef
3. Verlengproef

Moet dit woord met een t of een d?
brandwond/brandwont

1. Brandwond
2. Brandwont

Moet dit woord met een t of een d?
asfalt/asfald

1. asfalt
2. asfald

Klaar voor de toets?

1. Ik heb er 100% vertrouwen in, ik ga voor een 10
2. Ik ga thuis toch nog een paar dingetjes opzoeken
3. Ik haal zeker een voldoende
4. Ik moet nog flink gaan oefenen

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Tot morgen!

Succes met leren en tot morgen!