Week 3 - Omdenken

• Omdenken
• Basisschool
• Groep 5-8

halfvol of halfleeg

HALFLEEG

HALFVOL

of

LESDOELEN

• Ik weet het verschil tussen een glas halfvol en een glas halfleeg
• Ik kan het probleem ontdekken 
  
• Ik kan gebruik maken van omdenkvragen
• Ik kan een probleem oplossen

Wat is het verschil tussen halfleeg en halfvol? Wat doet het met jou?

Is voor jou het glas halfvol of halfleeg?

OMDENKEN =

Omdenken is denken in kansen in plaats van in problemen.

Als je omdenkt, kijk je naar de werkelijkheid zoals die is en hoe je die juist kunt gebruiken.

Situaties op een positieve manier gebruiken = 

OMDENKEN

Maar hoe doe je dat?

4 STAPPEN

STAP 1; Wat is het probleem? 

Kijk naar de feiten.

Als er een probleem is, hoef je het niet meteen te gaan oplossen of het weg te werken. Je kunt er eerst eens rustig naar kijken en het probleem in stukjes uit elkaar halen, net als een puzzel.

Misschien is er helemaal geen probleem

STAP 2; Is het een erg probleem

Stel jezelf eerlijk de vraag: hoe erg is het probleem nou eigenlijk?  

Kun je je schouders erover ophalen of het gewoon makkelijk oplossen?

Misschien waait het wel over of maak je het zelf in je hoofd erger dan het is.

STAP 3; ben jij het probleem?

Ga eens kijken naar wat je zelf doet en naar je verwachtingen. Ben jij het probleem of maak je het probleem niet zelf?

Als dat zo is kun je het probleem loslaten.

STAP 4; is het probleem de bedoeling?

Sommige problemen zijn echt vervelend en vaak kun je er zelf niks aan doen. Maar soms kun je dan toch nog iets doen. Nu kun je gaan omdenkenen is het probleem misschien wel een kans is op iets nieuws.

Door te kijken naar waar je naar verlangt, kun je het probleem omdenken en op nieuwe mogelijkheden komen.

EVEN OEFENEN...

'Ik vind het moeilijk om aardig te doen tegen iemand die ik niet mag. Ik ben eerlijk en kan niet doen alsof.'

'Ik durf geen mening te geven in een groep, want dan kijken de anderen allemaal naar mij. Ik luisteer luever naar wat de anderen zeggen.'

Slecht cijfer: Je hebt een onvoldoende gehaald voor een toets waar je hard voor hebt gestudeerd.

Hoe zouden jullie dit OMdenken?

Kleding: Je favoriete trui zit in de was, maar je wilde die morgen echt aantrekken.

Maak de opdracht hiernaast en denk hierbij creatief.