4.11 Woordenschat

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op blz. 211 met je schrift.


Slide 2 - Diapositive

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les: 
- begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten.

Slide 4 - Diapositive

Verdiept arrangement:
Alex. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 4.11
blz.: 211 t/m 212
opdr.: 1 t/m 4

Slide 5 - Diapositive

Mini-check
Quiz mee

Slide 6 - Diapositive

Een vaardigheid bezitten, betekent dat je iets kunt.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Proefpersoon betekent:
A
persoon die iets proeft
B
iemand waarop getest wordt
C
een probeersel
D
iemand die proeven uitvoert

Slide 8 - Quiz

wat is het tegengestelde van vergrendelen
A
sluiten
B
iemand opsluiten
C
ontgrendelen
D
begrenzen

Slide 9 - Quiz

4. Instructie
Kijk mee naar de volgende slides.

Slide 10 - Diapositive

Grondvorm
Woorden kunnen verschillende vormen hebben. 
In het woordenboek zoek je altijd naar de grondvorm van het woord

Slide 11 - Diapositive

Grondvorm 
De grondvorm van een woord is hoe je het woord opzoekt in een woordenboek 
loopt weg > weglopen  (hele werkwoord)
sanitair > sanitair  (zelfstandig naamwoord)

Slide 12 - Diapositive

Grondvorm van een woord
In een woordenboek staan de basisvormen van woorden, de grondvorm.
Vond zoek je bij het grondwoord vinden
gepresenteerd: grondvorm __________
grachtje: grondvorm _________
meubels: grondvorm _________
hevige: grondvorm __________

Slide 13 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4.11, blz. 211 t/m 212 , opdr. 1 t/m 4.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Niels; laptop pakken om voorleesfunctie te krijgen. 

Slide 14 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V, B, I: Lees en maak les 4.11, blz. 211 t/m 212 , opdr. 1 t/m 4.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 





Slide 16 - Diapositive

Ik kan woorden in een woordenboek opzoeken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 18 - Diapositive