Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
hoofdstuk 25
Slide 1 - Diapositive
Vragen?
Hoofdstuk 22 t/m 24?
Slide 2 - Diapositive
Kosten en uitgaven
Opbrengsten en ontvangsten
Het matchingprincipe
Alle varianten op een rij
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Permanentie
Wanneer is er sprake van permanentie? Als een onderneming vaker dan eens per jaar een balans en winst en-verliesrekening opstelt.
Wat is het doel? Permanent beschikken over een actueel beeld van de financiële positie en de resultaten van de onderneming.
Slide 6 - Diapositive
Transitorische posten: kosten
Wanneer het moment van het maken van kosten en het moment van betaling niet gelijk vallen maken we gebruik van transitorische posten
vb. premies, abonnementen etc
vb. interest...
Slide 7 - Diapositive
Uitstel - of anticipatiepost?
Er zijn twee soorten transitorische posten; uitstelposten en anticipatieposten. Bij een uitstelpost wordt de verwerking in de winst-en-verliesrekening UITgesteld.
Ezelsbruggetje: "voorUIT = Uitgesteld"
Slide 8 - Diapositive
Accrual-accounting (periodetoerekeningstelsel)
De gevolgen van transactie verwerken in het boekjaar waarin zij zich voordoen en niet wanneer de daarmee samenhangende uitgaven worden gedaan.
Slide 9 - Diapositive
Kasstelsel
Het moment waarop het geld ontvangen wordt of betaald wordt door de onderneming. Het kasstelsel wordt gebruikt bij het opstellen van de liquiditeitsbegroting of het liquiditeitsoverzicht.
Slide 10 - Diapositive
Gevolgen
Opbrengsten en inkomsten en Kosten en uitgave kunnen los van elkaar geboekt worden
Slide 11 - Diapositive
Matchingprincipe
Het matchingprincipe houdt in dat kosten aan de opbrengsten gematcht moeten worden. Dit betekent dat de kosten in dezelfde periode verantwoord moeten worden als waarin de samenhangende opbrengsten worden behaald.
Voorbeeld: inkoopwaarde van de omzet
Slide 12 - Diapositive
Varianten
Opbrengsten & Ontvangsten.
Ontvangsten die (nog) geen opbrengsten zijn (debiteuren, leningen)
Ontvangsten die ook opbrengsten zijn
Opbrengsten die geen ontvangsten zijn (ontvangen aandelen)