Dictee_8_2_1_2
hinkelen [vt]
Jij _____________ vroeger als de beste.
Jij _____________ vroeger als de beste.
1 / 16
Éléments de cette leçon
hinkelen [vt]
Jij _____________ vroeger als de beste.
Jij _____________ vroeger als de beste.
Slide 1 - Question ouverte
bestellen [vd]
Timo heeft het eten _____________.
Timo heeft het eten _____________.
Slide 2 - Question ouverte
leren [vt]
Gisteren _____________ we veel over de natuur.
Gisteren _____________ we veel over de natuur.
Slide 3 - Question ouverte
begroeten [vt]
Jeroen en Lily _____________ gisteren de tandarts.
Jeroen en Lily _____________ gisteren de tandarts.
Slide 4 - Question ouverte
bedanken [vd]
Thomas heeft zijn oma _____________.
Thomas heeft zijn oma _____________.
Slide 5 - Question ouverte
1e woord
Slide 6 - Question ouverte
2e woord
Slide 7 - Question ouverte
3e woord
Slide 8 - Question ouverte
Extra woord 1
(besluiten)
(besluiten)
Slide 9 - Question ouverte
Extra woord 2
(in de zomer)
(in de zomer)
Slide 10 - Question ouverte
Extra woord 3
(een soort aap)
(een soort aap)
Slide 11 - Question ouverte
zin 1
Slide 12 - Question ouverte
zin 2
Slide 13 - Question ouverte
zin 3
Slide 14 - Question ouverte
Woorden benoemen
Slide 15 - Question ouverte
Woorden benoemen
