negende les

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Werkt het niet?⇾ jongen-meisje indeling!

Bureau

Die Bücher auf dem Tisch

Regels voor het gehele jaar

• Je luistert wanneer de docent dit aan je vraagt.
• Ga respectvol met elkaar om: niet elkaar uitleggen of door elkaar heen praten. 
• Je blijft van elkaars spullen af.
• Aan het begin van de les liggen alle boeken op tafel.  
• Als je vragen hebt, steek je je hand op. 
• Als je aangesproken wordt op bijv. je gedrag, gaan we niet in discussie (wel mag dit na de les)
• We houden de boeken netjes (niet erin tekenen/krassen/scheuren etc.)

Was machen wir heute?

1. Keine Hausaufgaben
2. Brief nachsehen
3. Gespräche wiederholen
4. Aussprache üben
5. Die Hausaufgaben

Lernziele: 

• Ik kan de uitspraakregels van leerjaar 2 deel toepassen. 
• Ik kan het werkwoord 'haben' en 'sein' in tegenwoordige en verleden tijd toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'werden' in de tegenwoordige tijd toepassen.   
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2, 13 lichaamsdelen in het Duits opnoemen. 
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2 het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp, meewerkend voorwerp en als lijdend voorwerp toepassen. 
• Aan het einde van hoofdstuk 2 kun je zeggen hoe je je voelt en kun je vertellen wat er gebeurd is. 

Die Hausaufgaben besprechen/ nachsehen

/

Lernen:

- Die Lernliste (die Wörter)

- Die Aussprache üben

- Die Grammatik (A+B)

- Die Sprachmittel

Klassenplan: hoe kunnen wij een goede Duitse les vormgeven

Algemeen:

• 2 uur (120 Min.) in de week Duits
• Eindniveau A2
• Einddoel: Vaardigheden voldoende afronden (geen reproductie-toetsen)

Klassenplan: hoe kunnen wij een goede Duitse les vormgeven

Noteer voor jezelf:

Hoe kunnen wij als klas tot leren komen? 

- Noteer min. 3 dingen

Klassenplan: hoe kunnen wij een goede Duitse les vormgeven

Noteer voor jezelf:

Hoe kunnen wij als klas ervoor zorgen dat de sfeer goed wordt/blijft?

- Noteer min. 3 dingen

Gespräche wiederholen

Aufgabe 37 und 39

- Seite 75/77)

Aussprache üben 

Der Text auf Seite 82/83

Die Hausaufgaben

Die Aufgaben 45 und 46 machen

Lernen:

- Die Lernliste (die Wörter)

- Die Aussprache üben

- Die Grammatik (A+B)

- Die Sprachmittel

Lernziele

Lernziele:

• Ik kan de uitspraakregels van leerjaar 2 deel toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'haben' en 'sein' in tegenwoordige en verleden tijd toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'werden' in de tegenwoordige tijd toepassen.
  
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2 het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp, meewerkend voorwerp en als lijdend voorwerp toepassen. 
• Aan het einde van hoofdstuk 2 kun je zeggen hoe je je voelt en kun je vertellen wat er gebeurd is. 

Grammatik erklären (+3e/4e)

Du hast mit mir die Katze gefüttert. 

	ik	jij	hij	zij (ev)	het	wij	jullie	zij (mv)	u
1e	ich	du	er	sie	es	wir	ihr	sie	Sie
3e	mir	dir	ihm	ihm	ihr	uns	euch	ihnen	Ihnen
4e	mich	dich	ihn	sie	es	uns	euch	sie	Sie