hv2c present perfect

hv2c present perfect
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

hv2c present perfect

Slide 1 - Diapositive

Today
  • Silent Reading
  • vocab check
  • explanation Present Perfect
  • exercises
  • stone 5
  • homework + leestoets datum en hoe voorbereiden?
  • Blooket

Slide 2 - Diapositive

Silent Reading
timer
7:00

Slide 3 - Diapositive

Translate: Wij hebben de griep.

Slide 4 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
Ik heb hoofdpijn en koorts

Slide 5 - Question ouverte

Zeg dat zij zich duizelig voelt.

Slide 6 - Question ouverte

Zeg in het Engels dat je een loopneus en een zere keel hebt.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive



        The Present Perfect

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

present perfect

Slide 11 - Diapositive

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd



Slide 12 - Diapositive

Na deze les:


  • Weet je wat de present perfect is en wanneer je het gebruikt.
  • Kun de present perfect toepassen.

Slide 13 - Diapositive

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Has/have + voltooid deelwoord

Slide 14 - Diapositive

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 15 - Quiz

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Signaalwoorden: since, for

Slide 16 - Diapositive

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
  • Sharon has broken her leg (now she can't walk)
  • Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
  • Gwen has eaten too much (now she feels sick)






In  deze vorm van de present perfect staat geen signaalwoord of tijdsbepaling.

Slide 17 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
  • I have never made a trip around the world.
  • We have already watched that movie twice.
  • Tom hasn't been at soccer practice recently.
  • He has copied half the book so far.
  • I haven't done my homework yet
Sinaalwoorden: never, so far, already, recently, (not) yet

Slide 18 - Diapositive

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 19 - Diapositive

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 20 - Diapositive

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 21 - Diapositive

           
             onregelmatige werkwoorden

2
3e rijtje! 
to do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 22 - Diapositive

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 23 - Diapositive

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant
  • Has he eaten at a restaurant?

Slide 24 - Diapositive

ontkenningen maken in de present perfect
not achter have/has
vb
  • He hasn't eaten his dinner.
  • We haven't done our homework.

Slide 25 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - (NU) AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG
Deze signaalwoorden staan altijd achter have.

I have already/just done my homework

Slide 26 - Diapositive

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 27 - Quiz

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam 10 years ago.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.
C
I live in Amsterdam.

Slide 28 - Quiz

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 29 - Quiz

Vul de present perfect in:

We ________( learn) the present perfect

Slide 30 - Question ouverte

Vul de present perfect in:

We ________( see) Barbie the movie twice.

Slide 31 - Question ouverte

Vul de present perfect in:

They ________(just / move) into their new home.

Slide 32 - Question ouverte

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Lien

p. 98

Slide 35 - Diapositive

Homework Tuesday 13/2
lr stone 5
mk ex 28c + 28a/b vanaf p.101
lr voc D+F 

Slide 36 - Diapositive

Blooket onreg ww 1-50

Slide 37 - Diapositive