2HV H1 Lezen Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

Welkom!


Onderwerpen: hoofd- en bijzaken, kernzin, signaalwoorden en tekstverbanden

 Weet ik alles wat we behandeld hebben?
Heb ik nog extra hulp nodig?
Waar moet ik nog aan werken?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!


Onderwerpen: hoofd- en bijzaken, kernzin, signaalwoorden en tekstverbanden

 Weet ik alles wat we behandeld hebben?
Heb ik nog extra hulp nodig?
Waar moet ik nog aan werken?

Slide 1 - Diapositive

Wat is de kernzin van de alinea?

Slide 2 - Question ouverte

Kerzin:
Een kernzin bevat de belangrijkste informatie van een alinea.

In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.




Slide 3 - Diapositive

Waar staat de kernzin meestal?

Slide 4 - Question ouverte

De kernzin:
  • Staat meestal aan het begin (eerste regel) óf aan het einde van de alinea
  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden 

Uitzonderingen:
  1. Een alinea bevat géén kernzin. Dan moet je zelf de hoofdzaak bepalen (de belangrijkste informatie)
  2. De kernzin is de tweede zin, de eerste zin is dan een inleidende zin. Bijv. legt een verband met de vorige alinea

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn hoofdzaken? En wat bijzaken?

Slide 6 - Question ouverte

Hoofdzaak/Bijzaak:
Hoofdzaak:
  • Belangrijkste informatie in een tekst
  • Vaak  te vinden op voorkeurplaatsen zoals inleiding en slot
  • De hoofdzaak van een alinea staat vaak in een kernzin
  • Tussenkopjes en gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Bijzaak: 
Wat niet zo belangrijk is, kan weggelaten worden in de tekst. Denk aan voorbeelden of een toelichting.

Slide 7 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 8 - Question ouverte

De hoofdgedachte:
Het belangrijkste van een tekst. Kan in één zin samengevat worden.

Je vindt de hoofdgedachte van een tekst door de volgende  vraag te stellen: 

Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

De hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst.


Slide 9 - Diapositive

Wat is een onderwerp?

Slide 10 - Diapositive

Onderwerp:
Een tekst gaat ergens over: dit is het onderwerp.

Je weet het onderwerp al als je het geraamte van de tekst ziet: de titel, de plaatjes, de tussenkopjes e.d. 

Het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen: geen zin!

Slide 11 - Diapositive

Bekijk de afbeelding

Wat is het onderwerp?
Antwoord
Wild in the streets

Slide 12 - Diapositive

Lees de tekst
Opdracht: Lees de tekst

Slide 13 - Diapositive

Wat is de kernzin van alinea 1?
Antwoord
Op 5 juli zal Wild in the Streets gehouden worden.

Slide 14 - Diapositive

Wat is de kernzin van alinea 2?
Antwoord
Schoenenfabrikant Emerica vraagt dit jaar speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam.

Slide 15 - Diapositive

Waarom vraagt Emerica speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam?
Antwoord
Gemeente Amsterdam wil het enige indoorskatepark in Amsterdam sluiten.

Slide 16 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli georganiseerd om aandacht te vragen voor het openhouden van het park.  

Slide 17 - Diapositive

HEEL VEEL SUCCES MET DE TOETS!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive