Een oefening voor de meest voorkomende woordvormingen in het C2 Proficiency examen

Een oefening voor de meest voorkomende woordvormingen in het C2 Proficiency examen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Een oefening voor de meest voorkomende woordvormingen in het C2 Proficiency examen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de meest voorkomende woordvormingen herkennen en toepassen in het C2 Proficiency examen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over woordvormingen in het C2 Proficiency examen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordvormingen
Woordvormingen zijn de verschillende manieren waarop woorden worden gevormd, zoals meervoud, verkleinwoorden en werkwoordsvormen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud
Meervoud wordt vaak gevormd door een 's' toe te voegen aan het einde van het woord, bijvoorbeeld: books, cats, dogs.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden worden vaak gevormd door '-je' of '-tje' toe te voegen aan het einde van het woord, bijvoorbeeld: book -> booklet, cat -> kitten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen worden gevormd door een achtervoegsel toe te voegen, zoals '-ful', '-less' of '-able', bijvoorbeeld: beautiful, careless, comfortable.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordsvormen
Werkwoordsvormen kunnen veranderen afhankelijk van de tijd, persoon en vorm, bijvoorbeeld: I walk, he walks, they walked.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraagvorm
Vraagvormen kunnen worden gevormd door het omkeren van de woordvolgorde en het toevoegen van een vraagteken, bijvoorbeeld: He is a student. -> Is he a student?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening
Laten we nu een oefening doen om de meest voorkomende woordvormingen in het C2 Proficiency examen toe te passen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.