21.11 1BKT1 sterke werkwoorden v.t.

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

SOCIALISEREN

Je mobiel--> mobiel tas vooraan

Je legt klaar:

-leesboek, laptop (dicht), lesboek.

Je neemt plaats.

Je tas is op de grond.

LESPROGRAMMA

1. Vlog/ Lezen in je leesboek 

2. Uitleg Cursus 7 Spelling sterke w.w. verleden tijd

3. Zelfstandig werken of in tweetal

3. Evaluatie

67 seconds

Boektitel: 67 seconds

Schrijver: Jason Reynolds

Boekpraat:

1. Wat is de titel van je boek?

2. Waar speelt het verhaal zich af ?

(Plek/ ruimte boek)

Lesdoel

Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd te spellen.

Terugblik uitleg sterke en zwakke w.w.

Er zijn sterke en zwakke werkwoorden. Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten.

  

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank:

lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.  

Uitleg sterke w.w. verleden tijd

Schrijf het woord zo kort mogelijk. 

Gebruik alleen dubbele letters als dat nodig is voor de uitspraak: kijken -> keken; schrikken -> schrokken

Uitleg sterke w.w. verleden tijd

Kijk naar het meervoud om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt:

- hij verliet, want: zij verlieten.

- ik werd, want: wij werden.

Uitlegfragment Cursus 7 Spelling

Je leert de persoonsvorm van sterke  werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Aan de slag in tweetal (of alleen)

CURSUS 7 SPELLING 

som/Nederlands/cursus 7 spelling/ verleden tijd sterke w.w.

Je maakt de opdrachten.

(BK boek blz. 230 + 231) $11

(KGT boek blz. 238+239) $11

Evaluatie

*Heb je iets geleerd over de spelling van de sterke werkwoorden in de verleden tijd ?

*Informatie: donderdag 17 november a.s. toets werkwoordspelling