Het Wijkcentrum

Werken in een wijkcentrum
Je leert:
  • wat een wijkcentrum is en welke activiteiten er plaatsvinden. 
  • welke werkzaamheden je kunt uitvoeren in een wijkcentrum. 
  • een zaal inrichten voor een vergadering, en broodjes beleggen. 
  • hoe je een afwasmachine inruimt
  • over persoonlijke hygiëne. 
  • hoe je beleefd antwoord geeft op vragen van bezoekers. 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werken in een wijkcentrum
Je leert:
  • wat een wijkcentrum is en welke activiteiten er plaatsvinden. 
  • welke werkzaamheden je kunt uitvoeren in een wijkcentrum. 
  • een zaal inrichten voor een vergadering, en broodjes beleggen. 
  • hoe je een afwasmachine inruimt
  • over persoonlijke hygiëne. 
  • hoe je beleefd antwoord geeft op vragen van bezoekers. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je een andere naam voor een wijkcentrum?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komen mensen uit de buurt in het wijkcentrum doen? 
zet hier de activiteiten die je in een wijkcentrum kunt doen
De was doen
Bridge
Koffie drinken
Schaatsen
Boodschappen doen
Klaverjassen
Bingo spelen
EHBO cursus
Praatje maken
Kleding kopen
Vergaderen

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je dat....?
Klaverjassen en bridge zijn kaartspellen. 
Mensen spelen deze spellen met een groepje. 
Vaak is er een club of vereniging voor. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zelf nog 3 dingen die je in een wijkcentrum zou kunnen doen.

Slide 7 - Question ouverte

  • Chillen
  • Gamen
  • Dansen
  • Darten
  • Meidenavond
  • Jongensavond

Is er een wijkcentrum of buurthuis vlak bij je school of je huis?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo ja, ben je er wel eens zelf geweest?
A
ja
B
nee
C
ik heb geen wijkcentrum in de buurt.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat lijkt jou leuk om in een wijkcentrum te doen?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met mensen werken.
In een wijkcentrum werk je met mensen. 
Het is belangrijk dat je goed met mensen kunt omgaan. 
Je vindt het fijn om mensen te helpen. Een goed humeur is heel belangrijk!
Je vindt het niet erg als het druk is, dan kun je goed doorwerken. 
Je ziet er representatief uit. Wat is dat ook al weer representatief?

Slide 11 - Diapositive

Representatief:
Je maakt een goede indruk op anderen, bijvoorbeeld door een passende uitstraling, kleding of gedrag.
Is het belangrijk als je in een wijkcentrum werkt?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt schone nagels
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent vriendelijk
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je spreekt Nederlands
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt schone en nette kleren aan.
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent behulpzaam
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt schone haren
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent sportief
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt goed tegen drukte.
A
wel belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe laat begint de tekencursus?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoelang duurt de vergadering van de hondenclub?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vaak wordt
zaal 1 op dinsdag gebruikt?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zaal moeten alle tafels en stoelen aan de kant worden gezet?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tafels en stoelen voor een vergadering klaar zetten. 
Soms moet je tafels en stoelen klaarzetten. 
Bijvoorbeeld voor een vergadering.
Mensen die vergaderen moeten elkaar goed kunnen zien. 
De tafels en stoelen staan daarom in een vierkant of in een U-vorm. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat de tafels en stoelen klaarzetten voor de vergadering van de buurt-vereniging. kijk op het dagprogramma hiernaast.
Deze vergadering is in zaal ??????

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het begint om???

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Er komen 20 mensen vergaderen.
Een half uur voor het begint, moeten de tafels en stoelen netjes klaar staan.
Hoe laat moet alles klaar staan ????

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook wordt alles klaargezet om koffie en thee te drinken. 
Dan hoeft niemand tijdens de vergadering binnen te komen of weg te lopen. 
De gasten zorgen zelf voor de bediening.


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de zaal helemaal klaar voor de vergadering van de buurtvereniging?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tafels en stoelen klaarzetten 
voor het kaarten
Voor een vergadering worden tafels en stoelen anders klaargezet als voor het kaarten.
Kaarten doen de mensen in groepjes van 4.
Ze praten ook alleen met hun eigen groepje.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 16 mensen bridgen.
voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel tafels zijn er nodig?
Hoeveel thermoskannen met koffie en thee moet er klaargezet worden?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 24 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel stoelen heb je nodig per tafel?
A
2
B
4
C
16
D
20

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 12 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel kannen koffie heb je nodig?
A
20
B
16
C
2
D
4

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 12 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel kannen thee heb je nodig?
A
2
B
4
C
16
D
20

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de avond gebruikt door de bridge club. Er komen 16 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel koffiekopjes heb je nodig?
A
2
B
4
C
16
D
20

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de avond gebruikt door de bridge club. Er komen 16 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel theeglazen heb je nodig?
A
2
B
4
C
16
D
20

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 16 mensen bridgen.
Voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
Uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
Iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.
Hoeveel zakjes suiker heb je nodig?
A
2
B
4
C
16
D
20

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het slim om iets meer zakjes suiker en cupjes koffiemelk klaar te leggen?

Slide 39 - Question ouverte

Sommigen mensen willen meer cupjes koffiemelk of meer zakjes suiker.
Er komen 2 mensen met een rolstoel. Nu moet er iets veranderen.
Wat is dat?

Slide 40 - Question ouverte

Er moeten stoelen weggezet worden.
Er moet ruimte genoeg zijn om de rolstoel tussen de tafels door te rijden.