week 48 klas 2

dinsdagdag  30 november

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Schrijf opdracht 1 en 2 hieronder in je schrift en ga daarna lekker lezen of leren voor de s.o.

1. Maak een zin met de uitdrukking: het neusje van de zalm.

2. Wat betekent: 
frequent, aantonen, compenseren

timer
10:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare school

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

dinsdagdag  30 november

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Schrijf opdracht 1 en 2 hieronder in je schrift en ga daarna lekker lezen of leren voor de s.o.

1. Maak een zin met de uitdrukking: het neusje van de zalm.

2. Wat betekent: 
frequent, aantonen, compenseren

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
  • Schrijf een verhaaltje ( ongeveer 15 regels) waarin je twee     uitdrukkingen gebruikt die je hebt geleerd. 
  • Schrijf de kladversie in je schrift.
  • Lees je verhaal na en controleer op:
       - leestekens en hoofdletters
       - duidelijkheid
  • Schrijf tenslotte de netversie op het blaadje

Slide 2 - Diapositive

voorbeeld 
De directeur van een groot bedrijf krijgt geen subsidie van de overheid. Dit betekent dat zijn bedrijf naar de haaien gaat en veel mensen zullen hiervan de dupe worden. Gelukkig kwam er een overdonderend grote donatie van een anoniem persoon. De directeur was opgelucht en heeft die nacht  als een roos geslapen.

Slide 3 - Diapositive

dinsdag 30 november



Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Maak opdracht 1 en 2 hieronder.
Klaar: dan lekker lezen
(of H2 - lezen - opdracht  4 afmaken)

1.Waar vind je de hoofdzaken in een tekst?

2.Noem woorden waaraan je kunt zien dat er een uitleg of voorbeeld wordt gegeven in de alinea.
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Weet je nog wat deze woorden betekenen?


efficiënt = 
financiën = 
subsidie = 
euforisch = 



Slide 6 - Diapositive

Artikel: Teksten die zijn gemaakt om gepubliceerd te worden bijv in een tijdschrift, krant, encyclopedie of ander werk.

blog: Een blog is een informatief of inspirerend artikel dat online staat.

verslag: Een beschrijving van één of meer gebeurtenissen. Je schrijft een verslag als je een ander laat weten wat er gebeurd of gezegd is. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

donderdag 2 december



Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Maak de opdrachten hieronder en ga daarna lezen.

1. Schrijf 5 werkwoorden op.
2. Schrijf de drie lidwoorden op.
3. Van welke woordsoort zijn ring, pen, beker voorbeelden ?
4.  Dit is een gezellige klas. 
      Wat voor woordsoort is gezellige
      in deze zin?
5. Weet je nog wat een voorzetsel is?
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

kletsen
gieren
plakken
posten
planten
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

vrijdag 3 december



Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Maak de opdrachten hieronder en ga daarna lezen (maak eerst H2- taalverzorging /grammatica - opdr     1 t/m 4 af).

1. Wat is een vz?
2. Vul in de zin een vz in:
 Rosa zat .... het eten met haar       vriendin te chatten.
3. Wat is een stoffelijk bn?
    Geef een voorbeeld.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

dictee
1. Het feest duurt tot tien uur.
2. ‘s Middags eet ik brood.
3. Met Kerstmis gaan we uit eten.
4. Oost-Europese producten zijn goedkoop.
5. Ik ga vrijdag naar Brussel.
6. In november trekken de vogels naar het zuiden.
7. Een kompas wijst altijd naar het noorden.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive