8. Januar H2Q

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Deutschstunde 8. Januar

Kamera einschalten

Mikrofon ausschalten

Heute

• Wie geht’s euch? 

• Mein Wortschatz: Test
• Kontrollieren: E1+E2

• Machen: F5+F6+ Hausaufgaben

Mein Wortschatz: Test

Gebe das richtige Wort ein

D-N und N-D

Artikel

Das Interesse

De voetbal

de piano

die Langeweile

luisteren

de tip

Kontrollieren: E1+E2

• E1+E2 (S.44 AB)
  
• E1: schreibe R oder F in den Chat
  
• E2: schreibe den Satz in den Chat 

Starke Verben

Duits: Bij sterke werkwoorden verandert de stamklinker in de t.t. bij du en er/es/sie. Bijvoorbeeld:

fahren (rijden): du fährst, er/es/sie fährt

essen (eten): du isst, er/es/sie isst

sehen (zien): du siehst, er/es/sie sieht

Starke Verben

Om te onthouden:

lange aa --> ä

bijv. schlafen --> er schläft

korte è --> i

bijv. sprechen --> er spricht

lange ee --> ie

bijv. lesen --> er liest

hij ziet
(zien=sehen)

jij slaapt
(slapen=schlafen)

jullie rijden
(rijden=fahren)

An die Arbeit

Machen: F5 + F6

Wählen: selbständig oder zusammen mit mir

Abgeben in Google Classroom 

Hausaufgaben

Fertig machen: F5+F6

Lernen: MWS S.51 bis "tanzen"