H2.2 Plantages en slavenwerk

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H2 'Wonen en werken in een wereld'

cursus 2.2 'plantages en slavenwerk'

Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

Planning

• Herhaling vorige les
• Lesdoelen deze les
• Instructie / zelfstandig werken
• Aan de slag
• Opdrachten bespreken /Lesdoelen evalueren

Herhaling lesdoelen 2.2

Noem de 5 klimaatgebieden

Welke oorzaken zijn er de voor verschillende klimaten?
Geef 2 antwoorden!

1. De temperatuur
2. De hoogteligging
3. Of het dichtbij of ver van de zee ligt
4. De zon

Wat voor plantengroei zien we terug in een toendra?

1. Geen plantengroei
2. Struiken en gras
3. Regenwoud
4. Dennenbomen en sparrenbomen

Welke beschrijving past het best bij 'landklimaat'?

1. Dicht bij de evenaar, warm en vochtig
2. Woestijnen en steppes, weinig neerslag
3. Dicht bij zee, zachte winters en koele zomers
4. Verder van de zee, koude winters en warme zomers

Welk begrip hoort bij deze beschrijving: regen, sneeuw, hagel en mist?

1. Weer
2. Neerslag
3. Klimaat

Lesdoelen 2.2

•  Je kunt het begrip kolonialisme uitleggen.

 

• Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen hoe het leven voor slaven op de plantages was.

• je kunt uitleggen wat slavernij inhoudt

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

•Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).

•Je maakt de opgegeven opdrachten van de cursus, ook de blauwe.

•Tijdens de instructie fluister je

•Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

•Je doet mee met de uitleg.

•Je maakt aantekeningen als dat nodig is.

Opkomst kolonialisme

• Richting het jaar 1500
  steeds meer ontdekkingsreizen
  
  
• Christoffel Columbus
• (India)nen en Amerika
  
  
• Doel van de kolonisten

Kolonialisme

Betekenis:

• Als een land heerst over een buitenlands grondgebied om er geld aan te verdienen.

Plantages en kolonialisme

Plantages

• Grote landbouwbedrijven, waar producten worden verbouwd. ( suiker, tabak,katoen, koffie, thee en indigo.
• Door uitbreiding van plantages werd oorspronkelijke indiaanse bevolking teruggedrongen
• op plantages werkten slaven uit Afrika

Kolonialisme door de Europese landen

Nederlandse kolonie

Suriname

Nederlandse kolonie

Kaapstad (Zuid-Afrika)

Nederlandse kolonie

Nederlands-Indië (Indonesië)

Nederlandse kolonie

Ceylon

Slavenhandel en slavenwerk

Europeanen haalden slaven uit Afrika om te laten werken op plantages in hun koloniën.            

Slavernij in Afrika

• Slavernij bestond al in Afrika.
• Europeanen kochten slaven van Afrikaanse stamhoofden.
• Er werden meer dan 10 miljoen slaven gekocht en naar Amerika vervoerd.
• Overtocht was verschrikkelijk.
• Willemstad op de Antillen slavenmarkt.
• Slaven hadden het slecht op de plantages

Wat is een plantage?

1. Grote landbouwbedrijven waar katoen, tabak of suikerriet verbouwt werd
2. een moestuintje
3. een plantenkas
4. een akkerbouw bedrijf voor suiker

Welk product werd niet op de plantages verbouwd?

1. Graan
2. Koffie
3. Thee
4. Indigo

1. Eigenaars van slaven waren Afrikanen.
2. De slaven kwamen bijna altijd uit Europa.

1. Beide zinnen zijn goed
2. Zin 1 is goed, zin 2 is fout
3. Beide zinnen zijn fout
4. Zin 1 is goed, zin 2 is goed

Wat is slavernij?

1. Als één heerser over het hele volk regeert.
2. Als een persoon eigendom is van iemand anders.
3. Als een persoon werkt tegen een klein loon.

Waarom werden er zwarte mensen uit Afrika gehaald om op de plantages te werken?

Aan de slag

Maken:

• Cursus 2.2 blz. 56 t/m 68 

Klaar:

• Rustig wachten tot we klassikaal de opdrachten gaan bespreken. 

Evaluatie Lesdoelen 2.2

• Je kunt het begrip kolonialisme uitleggen.

• Je kunt het begrip driehoekshandel uitleggen.

 

• Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen hoe het leven voor slaven op de plantages was.

• extra: Je weet in welke jaar de slavernij in Nederland is afgeschaft.