1.2: Jagers worden boeren

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

1.2: Jagers worden boeren

Deze les:

• Herhaling vorige les
• vragen/problemen met de online methode?
• uitleg paragraaf 1.2
• aan de slag met opdrachten

Aan het einde van deze les:

... weet je hoe goed je de 5 soorten samenlevingen uit de vorige les hebt onthouden.

... kun je uitleggen hoe de eerste boeren leefden.

... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de volgende begrippen betekenen:  akkerbouw, veeteelt, landbouw, revolutie, landbouwrevolutie, landbouwsamenleving.

vorige les:

• middel van bestaan
• drie middelen van bestaan van de jager-verzamelaars
• informatie over de jager-verzamelaars
• 5 soorten samenlevingen

Samenleving van de jager-verzamelaars

landbouwsamenleving

landbouw-stedelijke samenleving

industriële samenleving

informatie samenleving

1.2: jagers worden boeren

• In deze paragraaf leer je hoe de landbouw ontstond.
  
• In deze paragraaf leer je welke kenmerken de landbouwsamenleving had.
  
• In deze paragraaf leer je hoe de landbouw werd verspreid en in Nederland kwam.
  
• Hoe de jaartelling werkt en hoe we het verleden indelen.

Kenmerkend aspect: het ontstaan van de landbouw en landbouwsamenlevingen

Opdracht:

Noteer de volgende begrippen in je schrift/ of op je ipad. We bekijken een filmpje, tijdens het kijken noteer je de betekenis van de begrippen in je eigen woorden. We kijken het filmpje 2x

1. landbouw

2. akkerbouw

3. veeteelt

4. landbouwrevolutie

5. revolutie

6. landbouwsamenleving

Bespreken opdracht

1. landbouw: akkerbouw en veeteelt

2. akkerbouw: plantaardig voedsel verbouwen

3. veeteelt: fokken en houden van tamme dieren

4. landbouwrevolutie: de overgang van jagen verzamelen naar landbouw (boer).

5. revolutie : een grote verandering die het leven van de mensen voorgoed veranderd. 

6. landbouwsamenleving: samenleving waarin mensen in dorpen leven van landbouw

jager-verzamelaars

boeren

Aan de slag:

Lees de eerste twee blokjes theorie van paragraaf 1.2

en maak de opdrachten die hierbij horen.

(t/m opdr. 6)