6.1 zonder licht zie je niets

Hoofdstuk 6 licht 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 licht 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
Toets inkijken;

Leerdoelen van deze les?

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.

Slide 2 - Diapositive

6.1 Zonder licht zie je niets
Introductie

Een lichtbron geeft licht. Je hebt licht nodig om te kunnen zien. Zonder licht zie je niets.

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen:
6.1.1 Je kunt voorbeelden geven van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt beschrijven hoe je een lichtbron ziet.
6.1.3 Je kunt lichtstralen tekenen.
6.1.4 Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp ziet dat zelf geen licht geeft.
6.1.5 Je kunt uitleggen wat een lichtbundel is.

Slide 4 - Diapositive

6.1.1 Je kunt voorbeelden geven van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Lichtbronnen
Licht komt van een lichtbron. De zon, een ster, vuur en bliksem zijn lichtbronnen in de natuur. Je noemt dit natuurlijke lichtbronnen. Die lichtbronnen geven licht zonder dat mensen er iets voor doen

Slide 5 - Diapositive

6.1.1 Je kunt voorbeelden geven van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Kunstmatige lichtbronnen
Andere lichtbronnen zijn:
• een lamp;
• een kaars;
• een zaklamp;
• een olielamp;
• een tl-buis;
• een ledlamp.
Deze lichtbronnen zijn door mensen gemaakt. Je noemt ze kunstmatige lichtbronnen.

Slide 6 - Diapositive

Quiz
Kunstmatige lichtbronnen zijn:
A
de zon
B
de maan
C
de lantaarnpaal

Slide 7 - Quiz

6.1.2 Je kunt beschrijven hoe je een lichtbron ziet.
6.1.3 Je kunt lichtstralen tekenen.
Lichtbronnen zien
Lichtbronnen kun je zien, omdat ze licht geven. Je kunt ook zeggen: een lichtbron straalt licht uit. Lichtbronnen stralen het licht uit in alle richtingen. Eén dun lijntje licht noem je een lichtstraal. In de afbeelding zijn lichtstralen getekend als rode lijnen met een pijltje. Een lichtstraal is altijd een rechte lijn. Komen de lichtstralen van een lichtbron in je oog, dan zie je de lichtbron.

Slide 8 - Diapositive

6.1.4 Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp ziet dat zelf geen licht geeft.
Voorwerpen zien
Je kunt ook dingen zien die zelf geen licht geven. Bijvoorbeeld een tafel of een boek. Deze dingen moeten dan wel verlicht worden door een lichtbron. Die lichtbron kan de zon zijn, maar ook een lamp.
Het meisje in de afbeelding kan je de voetbal zien. Dat werkt als volgt:
1 De lamp straalt licht naar de voetbal.
2 De voetbal weerkaatst de lichtstralen in alle richtingen.
3 De lichtstralen van de voetbal komen in de ogen van het meisje.
4 Het meisje ziet nu de voetbal.

Slide 9 - Diapositive

Quiz
Wat zijn lichtbronnen.
A
Lichtbronnen kun je zien, omdat ze licht geven
B
Alleen natuurlijk licht kun je zien

Slide 10 - Quiz

6.1.5 Je kunt uitleggen wat een lichtbundel is.
De lichtstralen van een lamp in de kamer gaan alle kanten op. Het licht wordt verspreid door de hele kamer.

Een zaklamp werkt anders. Het lampje in de zaklamp geeft naar alle kanten licht. Maar de voorkant van de zaklamp is een smal gat. Lichtstralen kunnen alleen maar rechtdoor. Daardoor gaat het licht in één richting naar buiten. Uit de zaklamp komt nu een lichtbundel.
Een lichtbundel bestaat uit een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan.


Slide 11 - Diapositive

Quiz
Een lichtbundel bestaat uit een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Onthoud
Licht komt van een lichtbron.
De zon, een ster, vuur en bliksem zijn natuurlijke lichtbronnen.
Natuurlijke lichtbronnen bestaan in de natuur.

Kunstmatige lichtbronnen zijn door mensen gemaakt.
Je ziet licht als een lichtstraal in je ogen komt.
Je ziet een voorwerp als dit de lichtstralen van een lichtbron weerkaatst.
Lichtstralen gaan altijd in een rechte lijn.
Een lichtbundel bestaat uit een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan.

Slide 13 - Diapositive


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 14 - Question ouverte


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 15 - Question ouverte

Aan het werk! NOVA
Wat? 6.1 Zonder licht zie je niets.

Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 16 - Diapositive