Science herhaling ademhalen en luchtdruk

herhaling!
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

herhaling!

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis
Omrekenen van milli - centi - deci - -- - deca - hecto - kilo
Kracht (N) = massa (kg) x 9.81
F = m x a   omzetten van formule: m = ?    a = ?
volledige berekening.
  • formule (met de vraag) 
  • gegevens (in goede eenheid)
  • ingevulde formule
  • antwoordzin met eenheid!

Slide 2 - Diapositive

Doelen lucht en (lucht)druk
  • Wat is de massa van de lucht
  • Wat is de luchtdruk
  • Hoe bereken je de luchtdruk naar een andere eenheid
  • Wat is overdruk/onderdruk
  • Hoe bereken je de absolute druk

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
  • Overdruk
  • Onderdruk
  • Vacuüm
  • Luchtdruk
  • (lucht)Druk
  • Absolute druk

  • (zwaarte)Kracht
  • Oppervlakte
  • Barometer

  • Afgesloten lucht

Slide 4 - Diapositive

De luchtdruk
De luchtdruk wordt bepaald door de kracht van de lucht die op de aarde drukt. Net als onder water, hoe dieper (dicht op de grond) hoe groter de luchtdruk.

De kracht reken je uit met de formule:
Fg (in Newton) = m (in kilogram) x a (= 9.81 op aarde)
De eenheid van kracht is Newton!

Slide 5 - Diapositive

Bereken de kracht van een mens met een massa van 73 kg
Alleen antwoord met eenheid invullen

Slide 6 - Question ouverte

De luchtdruk
De luchtdruk wordt berekent in Newton per centimeter.
In de berekening is dat  kracht : oppervlakte.
Als formule is dat:

p=AF

Slide 7 - Diapositive

Bereken de luchtdruk als het gewicht van de lucht 350 N is op een oppervlakte van een rechthoek met een lengte van 0,20 m en een breedte van 0,15 m

Slide 8 - Question ouverte

Luchtdruk
In Nederland is de gemiddelde luchtdruk 1013 mbar (1,013 bar)
Dit is evenveel als 10,13 N/cm2.

Een andere eenheid is 1013 hPa = 101300 Pa = 101300 N/m2.


Slide 9 - Diapositive

Druk in een afgesloten ruimte

Slide 10 - Diapositive

Overdruk
De absolute druk (in het afgeloten systeem) is groter dan de luchtdruk. Daardoor wil de lucht naar buiten en duwt harder tegen de wand (autoband, fietspomp, blazen)

Slide 11 - Diapositive

Onderdruk
De absolute druk (in het afgeloten systeem) is kleiner dan de luchtdruk. Daardoor wil de lucht naar binnen en zuigt harder aan de wand (vacuüm, zuignap, rietje)

Slide 12 - Diapositive

leerdoelen 
  • samenstelling van lucht => stofnamen en molecuul formules leren.
  • weten wat luchtdruk is en hoe deze gemeten wordt.
  • het verschil tussen ingeademde en uitgeademde lucht

Slide 13 - Diapositive

Lucht is een mengsel van gassen
  • 79%                              = stikstof
  • 20 %                             = zuurstof 
  • 0,04%                           = koolstofdioxide  
  • verder edelgassen als helium en argon           
N2
O2
CO2

Slide 14 - Diapositive

zuurstof
Bij een volledige verbrandingsreactie is altijd zuurstof nodig en ontstaat energie, water en koolstofdioxide.

Slide 15 - Diapositive

ademhaling bij dieren
  1. zoogdieren => zuurstof wordt gebonden met behulp van hemoglobine in rode bloedcellen, gaswisseling in longen.
  2. vissen => gaswisseling tussen bloed en water in kieuwplaatjes

Slide 16 - Diapositive

ademhaling bij dieren
3. vogels => zuurstof wordt gebonden met behulp van hemoglobine in rode bloedcellen, gaswisseling in longen met luchtzakken.
4.insecten => gaswisseling stigma en tracheeën 

Slide 17 - Diapositive

ademhaling bij dieren
5. Amfibieën  => kieuwen als larve, longen, huid
6. reptielen => longen 

Slide 18 - Diapositive

Lucht is een .........
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 19 - Quiz

Verbranding is een reactie met:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 20 - Quiz

is de molecuulformule van :
H2O
A
koolstofdioxide
B
water
C
stikstof
D
lucht

Slide 21 - Quiz

Welke spieren kan je gebruiken bij ademhalen
A
tussenrib en buikspieren
B
longspieren
C
alleen buikspieren
D
geen spieren dat doet je middenrif

Slide 22 - Quiz

Luchtdruk meten we met een ... ?
A
anemometer
B
barometer
C
manometer
D
thermometer

Slide 23 - Quiz

hoeveel % zuurstof bevat uitgeademde lucht?
A
0 %
B
100 %
C
20 %
D
16 %

Slide 24 - Quiz

Gaswisseling
Leerdoelen:
  • bouw en functie ademhalingsstelsel kennen
  • manier waarop ademhalingsbewegingen tot stand komen kennen

Slide 25 - Diapositive

Het uitwisselen van gassen tussen omgeving en longen
Doel: zuurstof opnemen, koolstofdioxide afgeven
Dit zijn gassen die nodig zijn dan wel ontstaan bij verbranding
Door verbranding krijgt het lichaam energie voor de processen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Neusademhaling
Voordelen:
  • neusharen: grote stofdeeltjes tegenhouden
  • neusslijmvlies: buitenste laag: slijm: 
  • kleine stofdeeltjes & ziekteverwekkers tegenhouden en   lucht vochtig maken, trilharen: slijm naar keel 
  • bloedvaten: lucht verwarmd
  • reukzintuig: keurt lucht

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

bas 2 Longventilatie
Leerdoelen:
  • de twee manieren van ademhalen kennen
  • de benodigde spieren kennen die betrokken zijn bij in- en uitademen

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

Slide 34 - Vidéo

ademen
Er zijn twee manieren van ademhalen: borstademhaling en buikademhaling
Beide berusten op het feit dat de longinhoud vergroot wordt. Dit gebeurt door aanspannen van de buitenste tussenribspieren of aanspannen van het middenrif. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. 

Slide 35 - Diapositive

Bij uitademen ontspannen de spieren zich. Hierdoor gaat óf het borstbeen met de ribben naar beneden óf het middenrif omhoog. Er ontstaan een kleinere ruimte, waardoor er overdruk ontstaat en de lucht stroomt naar buiten.
Voor een diepe inademing worden ook de halsspieren gebruikt, voor een diepe uitademing worden de binnenste tussenribspieren ook aangespannen.

Slide 36 - Diapositive

plaatsing spieren

Slide 37 - Diapositive

regeling ademfrequentie

Het ademcentrum regelt de activiteit van de ademspieren. Hiervoor zitten er chemoreceptoren in de hersenstam, de wand van de aorta en de wand van de halsslagaders. Deze meten de CO2. Als er weinig zuurstof in het bloed zit, neemt de gevoeligheid voor CO2 toe. Door sneller en krachtiger samen te trekken, kan de hoeveelheid geventileerde lucht wel 20x zo groot worden.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive


vocht longblaasje

Hoge zuurstof concentratie
Hoge concentratie CO2
1 cellaag dik

haarvaten rondom longblaasje
Zuurstof gaat in de rode bloedcellen

CO2 diffundeert naar de lucht
Rode bloedcel transporteert de zuurstof

Slide 41 - Question de remorquage

Bij de mens spelen bij de ademhaling de volgende spieren een rol:
-spieren tussen de ribben,
-spieren van het middenrif en
-spieren van de buikwand.
Welke van deze spieren trekken zich samen bij een zeer krachtige uitademing?

A
alleen de spieren van de buikwand
B
alleen de spieren van het middenrif.
C
bepaalde spieren tussen de ribben en de spieren van de buikwand.
D
bepaalde spieren tussen de ribben en de spieren van het middenrif.

Slide 42 - Quiz

Naast het middenrif spelen ook de ribben een rol bij de ademhaling.

In welke richting bewegen het middenrif en de ribben zich bij het inademen?
A
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omhoog.
B
Het middenrif beweegt zich dan omhoog, de ribben omlaag.
C
Het middenrif beweegt zich dan omlaag, de ribben omhoog.
D
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omlaag.

Slide 43 - Quiz

Bij reanimatie wordt mond op mond beademing toegepast. De diffusiesnelheid van zuurstof neemt daardoor toe. Welke factor maakt dat de diffusie snelheid toeneemt?
A
Het verschil in partiële zuurstofdruk wordt kleiner
B
De diffusieafstand wordt kleiner
C
Het concentratieverschil wordt groter
D
Het diffusieoppervlak wordt groter

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Vidéo

waarom worden wij niet in elkaar gedrukt door de luchtdruk?

Slide 46 - Diapositive

luchtdruk is een grootheid
luchtdruk wordt gemeten met een barometer
de eenheid van luchtdruk is pascal (Pa) 
hoge luchtdruk = mooi weer
lage luchtdruk = neerslag
druk kan ook worden gemeten in bar 

Slide 47 - Diapositive

gaswisseling in de longen
  • lucht die je inademd bevat 20% zuurstof
  • lucht die je uitademd bevat 16% zuurstof
  • lucht die je inademd bevat 0,04% koolstofdioxide
  • lucht die je uitademd bevat 4% koolstofdioxide

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Vidéo

waardoor wordt de luchtpijp open gehouden?

Slide 50 - Diapositive

lucht inademen en uitademen
bij inademen trek je de borstkas omhoog en naar voren (borstademhaling) en je middenrif naar beneden (buikademhaling).
bij uitademen zakt je borst weer naar beneden en achteren en ontspant je middenrif

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Vidéo