Les 2: Verzekeringen

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

ddkke
Waar of niet waar?
Als je in fout bent, betaalt de verzekering niets.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

ddkke
Waar of niet waar?
De verzekering van degene die in fout is, betaalt de kosten
A
Altijd waar
B
Niet waar
C
Soms waar

Slide 15 - Quiz

ddkke
Waar of niet waar?
Een autoverzekering is verplicht in België
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

ddkke
Je hond ontsnapt uit je huis en veroorzaakt een ongeval. Welke verzekering betaalt?
A
BA Autoverzekering
B
Hospitalisatieverzekering
C
Familiale verzekering
D
Woningverzekering

Slide 17 - Quiz

ddkke
Er waait een dakpan van je huis op een voorbijganger, deze heeft een hersenschudding. Welke verzekering betaalt?
A
BA Autoverzekering
B
Hospitalisatieverzekering
C
Familiale verzekering
D
Woningverzekering

Slide 18 - Quiz

ddkke
De hospitalisatieverzekering is ...
A
Verplicht
B
Sterk aan te raden
C
Optioneel

Slide 19 - Quiz

ddkke
De verzekering huispersoneel is ...
A
Altijd verplicht
B
Verplicht als je diensten tegen betaling thuis laat gebeuren door natuurlijke personen (geen onderneming)
C
Sterk aan te raden
D
Te overwegen naar gelang je persoonlijke situatie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

ddkke
Ben je aansprakelijk?
Bij een klus aan zijn huis valt je vriend van een trapladder die hij van je leende.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

ddkke
Jou klant, die dronken is, rijdt op de parking van je café tegen een andere auto.
Ben jij aansprakelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

ddkke
Ben jij aansprakelijk?
Je kind van twaalf maakt met zijn fiets een kras op een auto.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

ddkke
Ben jij verantwoordelijk?
Je breekt het scherm van de smartphone van uw beste vriend/vriendin.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

ddkke
Ben jij de begunstigde? Je wordt aangereden op de fiets en bent niet aansprakelijk. Gelukkig heb je niets, maar de andere fietser breekt het raam van de winkel langs het fietspad.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

ddkke
Je woont 5 jaar in een huis en hebt het toen verzekerd. Dan werk je het huis helemaal naar wens af en vorm je de zolder om naar kamers, maar update je verzekering niet. Daarna brandt het huis af.

A
De verzekering moet alle schade betalen, ook aan dak en zolderkamers.
B
De verzekering moet niets terugbetalen, want de informatie is niet juist.
C
De verzekering moet pro rata terugbetalen: het % dat correct verzekerd is.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

ddkke
Lees de case ‘plaats en tijd”: 
Wie is aansprakelijk?

A
De automobilist
B
De fietser
C
Niemand

Slide 36 - Quiz

ddkke
Lees de case ‘plaats en tijd”: 
Wie betaalt welke schade?

A
De verplichte verzekering van de automobilist betaalt alles.
B
De fietser is aansprakelijk en betaalt dus alles, hij kan eventueel een fietsverzekering of de familiale verzekering aanspreken.
C
De verplichte verzekering van de automobilist betaalt de medische kosten van het gebroken been en de hersenschudding. De fietser (of zijn verzekering) betaalt alle andere kosten.

Slide 37 - Quiz

ddkke
Lees de case ‘plaats en tijd”: 
Wat moet de fietser zelf betalen?

A
€0
B
€600 voor de fiets + €270 franchise
C
Alles behalve de medische kosten van de fietser: €802 720
D
Alles: €806 820

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Diapositive