Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
18-10-23 Past simple herhaling + oefenen irregular verbs
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welkom!
Tijdens deze les doorloop/maak je zelfstandig deze les
Welke bestaat uit :
nakijken van je huiswerk + verbeteren van je antwoorden!
Past Simple uitleg + oefenen
Oefenen irregular verbs voor vrijdag!
Is er tijd over? Dan ga je leren voor het S.O. van vrijdag.
Slide 2 - Diapositive
Antwoorden opdracht 39
Slide 3 - Diapositive
Antwoorden opdracht 40/41
Slide 4 - Diapositive
Antwoorden opdracht 44
Slide 5 - Diapositive
vervolg antwoorden 44
Slide 6 - Diapositive
Antwoorden opdracht 45
Slide 7 - Diapositive
Past simple
Slide 8 - Diapositive
Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.
In Dutch we call it: verleden tijd
Slide 9 - Diapositive
Regular Verbs
After a regular verb you add - 'ed'
I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked
Slide 10 - Diapositive
Regular Verbs Spelling
Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie:
I carry - I carried
Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:
I play - I played
Slide 11 - Diapositive
Regular Verbs Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
Slide 12 - Diapositive
Past Simple - Signal word
In Dutch
signal words
are called
'signaal woorden'
These word help you to see if something happened in the past
yesterday
last week
ten minutes ago
in 2007
Slide 13 - Diapositive
You use the past simple when...
A
something happens in the future.
B
something happens every day.
C
something happened in the past and is finished.
D
you feel like it
Slide 14 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
FC Twente....... Ajax last year. (defeat)
A
defeat
B
defeated
C
defeats
D
defeateds
Slide 15 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
Nikki ....... with her friends yesterday.
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played
Slide 16 - Quiz
Past simple:
I _____ (study) very hard at school.
A
study
B
studyed
C
studies
D
studied
Slide 17 - Quiz
Past simple:
I _____ (clean) my room yesterday
A
clean
B
cleans
C
cleaned
Slide 18 - Quiz
Past simple:
He _____ (stop) working
A
stop
B
stops
C
stoped
D
stopped
Slide 19 - Quiz
Past simple:
You ...... very hard.
A
try
B
tries
C
tried
D
tryed
Slide 20 - Quiz
Wat is een signaalwoord van de verleden tijd?
A
tomorrow
B
last year
C
never
D
since
Slide 21 - Quiz
What is the past tense of: Work
A
works
B
worked
C
working
D
worked
Slide 22 - Quiz
What is the past tense of: Help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd
Slide 23 - Quiz
What is the past tense of: carry
A
carryd
B
carryied
C
carryed
D
carried
Slide 24 - Quiz
Use a past simple:
Danny _____ (visit) his grandmother yesterday.
Slide 25 - Question ouverte
(to stop) past simple
The baby ..... crying.
Slide 26 - Question ouverte
Wat is de juiste Past Simple in deze zin?
We ... (change) flights in London.
Slide 27 - Question ouverte
(to walk) past simple
He ....... in the park.
Slide 28 - Question ouverte
(to kiss) past simple
She ..... her boyfriend.
Slide 29 - Question ouverte
(to hurry) past simple
She ..... to the bus.
Slide 30 - Question ouverte
Irregular verbs practise:)
Slide 31 - Diapositive
Kies het juiste rijtje van: (zich) voeden/voeren
A
to feed-feeded-feeded
B
to feed -fed-fedded
C
to feed - fed - fed
D
to feed -fed -feeded
Slide 32 - Quiz
Kies het juiste rijtje van: vechten
A
to fight-fight-fought
B
to fight-fighted-fissa
C
to fight-fought-fighted
D
to fight - fought - fought
Slide 33 - Quiz
welke vertaling hoort bij dit rijtje: to feel- felt- felt
A
gevoelens
B
voelen
C
bevelen
D
vallen
Slide 34 - Quiz
Welk rijtje hoort bij deze vertaling: verbieden
A
to forbid - forbade - forbidden
B
To forbid-forbade-forbaden
C
to forbide- forbade- forbade
D
to forbid-forbade-forbaded
Slide 35 - Quiz
Welk rijtje hoort bij deze vertaling: gaan
A
to go-going-gone
B
to go-went-goahead
C
to go - went - gone
D
to go- went- going
Slide 36 - Quiz
Vul dit rijtje aan:
?- had - had hebben
A
to have
B
had
C
to have gotted
D
to have (got)
Slide 37 - Quiz
Vul dit rijtje aan:
to forget - forgot - forgotten - ?
A
vergaan
B
vergeten
C
vergassen
Slide 38 - Quiz
Vul het rijtje aan:
to hurt - hurt – ? pijn doen
A
hurted
B
hurt
C
hurting
D
have hurted
Slide 39 - Quiz
vul het rijtje aan:
to lie – ? - lain liggen
A
lie
B
lies
C
layed
D
lay
Slide 40 - Quiz
vul het rijtje aan:
to fly -?- flown vliegen
A
flew
B
flow
C
flewn
D
flies
Slide 41 - Quiz
Slide 42 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
18-10-23 Past simple herhaling + oefenen irregular verbs
Juin 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Past simple
Juin 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Klas 1HA - H5 - Les i Grammar - Past simple met OWW
Mai 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammar music - past simple - present perfect
Septembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Past simple
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Past simple
Avril 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Past Simple (+ irregular verbs)
Février 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Past simple II Part
Mai 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3