24-09-30-tmh1a-lidw en znw

• Spaans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

30 september 2024

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden

Programa de hoy

1. Uitspraak oefenen

2. Huiswerk bespreken

Lesdoel: 

1. Je kent de lidwoorden in het Spaans en weet wanneer je welke moet gebruiken. 

Wat is een bepaald lidwoord?

1. de
2. het
3. een

Maak een Nederlandse zin met een onbepaald lidwoord.

'el' & 'la' zijn de bepaalde lidwoorden
&
'un' & 'una' zijn de onbepaalde lidwoorden

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht 9B

1. el amigo	d	DE vriend
2. un amigo	e	EEN vriend
3. la tienda	b	DE tent
4. una tienda	h	EEN tent
5. el camping	f	DE camping
6. un camping	a	EEN camping
7. una piscina	g	EEN zwembad
8. la piscina	c	HET zwembad

amigos

chica

amigas

piscina

camping

chico

padres

hermana

el

la

los

las

Opdracht 9c en 10a

1. El LA chica que canta mucho.

2. Es EL primer participante.

3. EL hijo soy yo, Rico.

4. Sí, LA hermana de Bart se llama Maria.

5. EL amigo de Juan vive en el número 7

6. ¿Dónde está LA playa?

7. Es LA canción 'Si te vas'. 

Maak nu opdracht 11

Eerder klaar? woordjes leren (blz. 27)

Ik ken nu de bepaalde lidwoorden en onbepaalde lidwoorden in het Spaans .

JA

NEE

Ik kan de lidwoorden toepassen bij de woorden

😒🙁😐🙂😃

Ga naar: 

www.quizlet.live