Schrijven 1.6 kgt Talent

Doelen:
  • We leren vandaag hoe je een persoonlijke e-mail schrijft.
  • Je weet wat informeel taalgebruik betekent.
  • Je kunt een schrijfplan volgen.
  • Je kunt informatie verzamelen m.b.v. de 5W1H-vragen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Doelen:
  • We leren vandaag hoe je een persoonlijke e-mail schrijft.
  • Je weet wat informeel taalgebruik betekent.
  • Je kunt een schrijfplan volgen.
  • Je kunt informatie verzamelen m.b.v. de 5W1H-vragen.

Slide 1 - Diapositive

Wat schrijf je in een
persoonlijke e-mail?

Slide 2 - Carte mentale

Aan wie schrijf je een persoonlijke e-mail?
Je schrijft een persoonlijke e-mail aan iemand die je goed kent: een familielid, vriend of kennis.

Slide 3 - Diapositive

Regels voor een persoonlijke e-mail:
Vul de onderwerpregel inUitnodiging
Zorg voor een aanhef:  Hoi Sacha,
Zorg voor een afsluiting: Groetjes, Tot gauw!
Zet je voornaam eronder. Dany



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is informeel taalgebruik?
Je houdt rekening met wie het leest.
Een e-mail aan je beste vriend of vriendin zal heel anders zijn dan een mail aan de directeur van de school.
Het verschil zit in de inhoud, maar ook in het taalgebruik.

Slide 6 - Diapositive

Informele taal d.w.z dat je:
  • de ander aanspreekt met je en jij.
  • vaker woorden schrijft die je ook gebruikt als je praat.

Slide 7 - Diapositive

Welke stappen volg je bij het schrijfplan?
  1. Denken:denk na over wat je precies moet doen!
  2. Informatie verzamelen: je verzamelt informatie.
  3. Schrijven: je schrijft de eerste versie van je tekst.
  4. Nakijken: je kijkt de tekst na en verbetert fouten.
  5. Herschrijven: je schrijft de 2e versie.

Slide 8 - Diapositive

Stap 1: Denken
Je stelt jezelf dan 4 vragen
  1. Wat voor soort tekst ga je schrijven? (e-mail, brief, verslag?)
  2. Waarover ga je schrijven? (sportwedstrijd, over een feestje?)
  3. Wat is het doel van je tekst? (informatie geven of amuseren?)
  4. Voor wie is je tekst bedoeld? (bijv je beste vriend, jongeren die je niet kent?)

Slide 9 - Diapositive

Stap 2: Informatie verzamelen
Bij deze stap verzamel je informatie over het onderwerp van de tekst. Dat kan door 6 vragen te stellen: (de 5W1H-vragen)
1. Wie? (met wie oefen je je hobby uit?)
2. Wat? (Wat zijn jouw hobby's?)
3. Waar? (oefen je je hobby's uit?)
4. Wanneer? (oefen je je hobby's uit?)
5. Waarom? (heb je hobby's?)
6. Hoe? houd je plezier in je hobby's?

Slide 10 - Diapositive

Wat is de goed volgorde van de 5W1H vraag?
A
Wanneer, Wie, Waar, Hoe, Waarom, Wat?
B
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe, Waarom?
C
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Hoe?
D
Hoe, Wie, Waar, Wanneer, Waarom, Wat?

Slide 11 - Quiz

Maken uit je boek van 1.6 
Opdracht 3, 4,5, 6 (tevens huiswerk)

Slide 12 - Diapositive

De opbouw van een persoonlijke e-mail
Begroeten
Inleiding 
Opbouw
Spelling
Leestekens
Witregels
Afsluiting


Slide 13 - Diapositive

Als je een persoonlijke e-mail wilt sturen naar Jan, hoe zou je hem kunnen begroeten?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom zijn witregels noodzakelijk in een persoonlijke e-mail?

Slide 15 - Question ouverte

Wat zou een goede afsluiting zijn van een persoonlijke e-mail?

Slide 16 - Question ouverte