ww vervoegen presente

Vervoeg de werkwoorden
Let op: alles staat door elkaar!
regelmatige werkwoorden, onregelmatige ww, ww met klinkerwisseling en wederkerende ww

- Je mag je boek, de lessen in LessonUp en het schema in its bronnen gebruiken.
Succes en vergeet niet de accenten!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vervoeg de werkwoorden
Let op: alles staat door elkaar!
regelmatige werkwoorden, onregelmatige ww, ww met klinkerwisseling en wederkerende ww

- Je mag je boek, de lessen in LessonUp en het schema in its bronnen gebruiken.
Succes en vergeet niet de accenten!

Slide 1 - Diapositive

1. querer - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 2 - Question ouverte

2. tener - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 3 - Question ouverte

3. ser - tú
vervoegen + vertalen!

Slide 4 - Question ouverte

4. salir - nosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 5 - Question ouverte

5. dormir - ellos
vervoegen + vertalen!

Slide 6 - Question ouverte

6. jugar - tú
vervoegen + vertalen!

Slide 7 - Question ouverte

7. comer - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 8 - Question ouverte

8. venir - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 9 - Question ouverte

9. hacer - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 10 - Question ouverte

10. dormir - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 11 - Question ouverte

11. acostarse - ellos
vervoegen + vertalen!

Slide 12 - Question ouverte

12. ir - nosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 13 - Question ouverte

13. levantarse - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 14 - Question ouverte

14. sentarse - ella
vervoegen + vertalen!

Slide 15 - Question ouverte

15. volver - tú
vervoegen + vertalen!

Slide 16 - Question ouverte

16. poner - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 17 - Question ouverte

17. ponerse - nosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 18 - Question ouverte

18. llamarse - ellos
vervoegen + vertalen!

Slide 19 - Question ouverte

19. comprar - tú
vervoegen + vertalen!

Slide 20 - Question ouverte

20. vestirse - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 21 - Question ouverte

21. vestirse - ellos
vervoegen + vertalen!

Slide 22 - Question ouverte

22. ser - nosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 23 - Question ouverte

25. escribir - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 24 - Question ouverte

26. poder - ellos
vervoegen + vertalen!

Slide 25 - Question ouverte

27. preferir - tú
vervoegen + vertalen!

Slide 26 - Question ouverte

28. cerrar - yo
vervoegen + vertalen!

Slide 27 - Question ouverte

29. estar - vosotros
vervoegen + vertalen!

Slide 28 - Question ouverte

30. beber - ella
vervoegen + vertalen!

Slide 29 - Question ouverte