MA3 7.1 TL Samenleven 7.2 Hokjesdenken

MA H.7 Pluriforme Samenleving
7.1 Samenleven
7.2 Hokjesdenken
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

MA H.7 Pluriforme Samenleving
7.1 Samenleven
7.2 Hokjesdenken

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je na deze les?
Uitleg 7.1:
Wat is een pluriforme samenleving?
Wat is culturele diversiteit?
Wij-gevoel vs polarisatie + sociale cohesie

Uitleg 7.2:
Wat is het verschil tussen een stereotype en een vooroordeel?
Welke vormen van discriminatie zijn er?
Wat is racisme?

Slide 2 - Diapositive

Wat is een pluriforme samenleving?
A
Samenleving met meerdere culturen
B
Samenleving met mannen en vrouwen
C
Samenleving met meerdere leefstijlen
D
Samenleving met één cultuur

Slide 3 - Quiz

Pluriforme samenleving
= samenleving met meerdere
    culturen én leefstijlen.

Veel mensen voelen zich passen bij meer dan één cultuur of leefstijl:
- Nederlander
- Voetbal(fan)
- Vriendengroep

Slide 4 - Diapositive

Door POLARISATIE is er steeds minder WIJ-GEVOEL in Nederland.
Wat betekend polarisatie?
A
Criminaliteit en geweld in de samenleving
B
Verschillen tussen groepen mensen
C
Racisme in de samenleving
D
Dat het steeds kouder wordt in Nederland

Slide 5 - Quiz

Polarisatie
Wij-gevoel =
Gevoel dat je bij de groep hoort, vooral de samenleving van het land waar je in woont.
Wij-zij gevoel =
Gevoel dat jouw groep beter is dan mensen die er niet bij horen.

Polarisatie = verschillen tussen groepen mensen in de samenleving nemen toe.
Gevolg: minder wij-gevoel
Steeds meer wij-zij denken en conflict

Slide 6 - Diapositive

Wat is 'sociale cohesie'?
Hint: bij polarisatie wordt sociale cohesie minder.
A
Hoe goed mensen de samenleving begrijpen
B
Of aardig mensen tegen elkaar zijn
C
Hoe goed mensen de regels kennen
D
Of mensen het gevoel hebben bij de samenleving te horen.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Deze mensen zijn moslims
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Stereotypes en vooroordelen
Stereotype = overdreven beeld van een
                          groep
mensen (klopt dus niet)

Vooroordeel = een oordeel over één persoon
                               zonder dat je de feiten kent

Vooroordelen vaak gebaseerd op stereotypes:
Deze vrouw kan vast niet goed autorijden.
Die moslim is vast een terrorist.

Slide 10 - Diapositive

Wat hebben discriminatie en racisme met elkaar te maken?
A
Ze zijn hetzelfde
B
Ze zijn het tegenovergestelde van elkaar
C
Racisme is een vorm van discriminatie
D
Discriminatie is een vorm van racisme

Slide 11 - Quiz

Discriminatie en racisme
Discriminatie =
Onterecht verschil maken in hoe je mensen behandelt.

Racisme =
Discrimineren op basis van huidskleur of afkomst

Discriminatie (en dus racisme) ontstaan vaak door negatieve stereotypes en vooroordelen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Andere vormen van discriminatie
- Uiterlijk: pesten omdat iemand een bril heeft

- Sekse (geslacht) = seksisme: iemand minder betalen omdat ze een vrouw is
- Seksualiteit: iemand niet aannemen omdat ze LHBTI zijn

- Leeftijd: iemand niet aannemen omdat ze oud zijn.

- Geloof: islamofobie
- Handicap: Iemand pesten omdat ze in een
   rolstoel zitten

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Wat? 7.1 opdrachten 2, 4 t/m 6, 8, 10, 11, 14   (blz. 176 t/m 179)
            7.2 opdrachten 1, 4, 6, 7, 10, 11, 13, 15, 16  (blz. 180 t/m 183)

Met wie? Zachtjes overleggen met buurman of -vrouw.

Vragen? Hand opsteken, docent komt helpen.

Klaar? Werken aan opdrachten Godsdienst: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme,
               boeddhisme.

Slide 15 - Diapositive