Cursus 7 - Spelling - paragraaf 9 - sterke en zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Nederlands week 13

• Op tafel

  -  leesboek 

  -  boek Nederlands blz. 232

  -  pen en schrift   

•  Computer

   - mag nog even in je tas blijven   

• Aan je eigen tafel zitten  

Lezen in je leesboek

Programma deze les

• Huiswerk nakijken van de vorige les
  
• Doel van deze les
• Voorkennis
  
• Instructie
  
• Aan de slag
  
• Huiswerk volgende week les

Huiswerk nakijken

Huiswerk vorige les: 

Cursus 7 Spelling - paragraaf 8 - PV tegenwoordige tijd

Doel

Ik leer wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

Voorkennis

Wat moet er op de puntjes staan?

dragen - Lies ... een zware tas.

Antwoord

draagt

Voorkennis

Wat moet er op de puntjes staan?

reizen - Wanneer ... Hugo naar Berlijn?

Antwoord

reist

Voorkennis

Wat moet er op de puntjes staan?

vinden - Wat ... Erik daarvan?

Antwoord

vindt

Instructie 

Er zijn 2 soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.

Je moet het verschil weten om werkwoorden goed te kunnen schrijven.

Instructie 

STERKE WERKWOORDEN

= veranderen van klank in de verleden tijd.

Voorbeelden:

• blijven - bleven
• zoeken - zochten

Instructie 

ZWAKKE WERKWOORDEN

= veranderen niet van klank in de verleden tijd.

Voorbeelden:

• hopen - hoopten
• spelen - speelden

Instructie

We kijken het instructiefilmpje

apps.noordhoff.nl

Aan de slag

Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 234-235.

Ben je klaar? Kies uit:

- maak de trainer bij deze les

- maak het werkblad

Huiswerk

Donderdag 3 april:

- maak opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 234-235