2e les Kader Persoonlijke voornaamwoorden Engels

Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een mens, dier, ding.

Slide 2 - Diapositive

Personal Pronouns

(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

____ (ik) am not hungry
A
I
B
You
C
We
D
They

Slide 5 - Quiz

___ (wij) are going to the mall.
A
she
B
they
C
We
D
you

Slide 6 - Quiz

____ (jij) are playing games.
A
he
B
they
C
she
D
you

Slide 7 - Quiz

____ (zij) are eating food.
A
you
B
they
C
she
D
we

Slide 8 - Quiz

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij
Wij
Zij 
Ik
Jullie
Hij
Zij (vrouw)
Het

Slide 9 - Question de remorquage

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 10 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
I
jij
you
hij
he
zij
she
het
it
wij
we
jullie
you
zij
they 
mij
me
jou
you
hem
him
haar
her
het
it
ons
us
jullie
you
hen
them

Slide 11 - Diapositive

Vul het goede persoonlijke voornaamwoord in:
Peter loves ____ (Anne)
A
her
B
his
C
you
D
we

Slide 12 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord:
Do you like your girlfriend? Do you like .....?
A
she
B
he
C
him
D
her

Slide 13 - Quiz

We gave him the money and he gave .......... the candy.
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 14 - Quiz

They were really angry at .....(we)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 15 - Quiz

My mom doesn't like ....(they)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 16 - Quiz

To do:
Make 95% af van Holmwood's
Al klaar?

Maak je de opdracht in de volgende dia

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien