1mh 25 mei van zelfstandig naamwoord naar pv

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

In 3 min geschafft?




Punkt für die Klasse!
In 3 min nicht geschafft?
Punkt für Dozent
Nach 3 Stunden:
Die Klasse hat die meisten Punkte?

Slide 2 - Diapositive

Waar verdienen jullie punten mee?
  • Aan het begin van de les binnen 3 min startklaar
  • Opvolgen aanwijzingen (niet praten tijdens uitleg, goed zelfstandig werken, goed meedoen met de les.
  • Aan het einde van de les. Pas inpakken na het startsignaal.
  • Als tenminste 2/3 leerlingen het huiswerk hebben gemaakt.
  • Meedoen in Lesson up.

Gebeurt dit niet dan zijn de punten voor mij.

Slide 3 - Diapositive

Was machen wir heute?
  • herhaling er/sie/es
  • opdrachten maken

Slide 4 - Diapositive

Lernziel
Aan het einde van de les kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 5 - Diapositive

Tip!
Kijk goed naar het lidwoord der, die, das
timer
3:00
es
sie
er
sie
es
sie
er
er
es
die Freundschaft
das Haus
die Großmutter
der Baum
das Mädchen
der Lehrer
der Zug
das Flugzeug
die Toilette

Slide 6 - Question de remorquage

Wat wordt der Junge ist nett?
A
er ist nett
B
es ist nett
C
sie ist nett

Slide 7 - Quiz

Wat wordt die Katze ist schön?
A
sie ist schön
B
er ist schön
C
es ist schön

Slide 8 - Quiz

Wat wordt das Kind spielt?
A
es spielt
B
sie spielt
C
er spielt

Slide 9 - Quiz

Wat wordt die Freunde lachen?
A
er lachen
B
sie lachen
C
es lachen

Slide 10 - Quiz

er/sie/es
Hoe weet je nou, wanneer je er/sie of es moet gebruiken?


Ezelsbruggetje:


der Mann -> er
die Frau    -> sie
das Kind   -> es

Slide 11 - Diapositive

Aufgaben machen
  • Online maken: Kapitel 2, Lektion 2, opdracht 11a
  • Online maken: Kapitel 2, Lektion 4, opdracht 4
  • Zelfstandig (niet praten)
  • Hulp: Grammatica E staat aan de linkerkant of bladzijde 36
  • Klaar: woordjes schrijven Lektion 4 en Lektion 5 bladzijde 86 van NL-D en D-NL 
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aufgaben machen

  • Online maken: Kapitel 2, Lektion 4, opdracht 12 en 13
  • Zelfstandig (niet praten)

  • Klaar: Test jezelf van Lektion 2.4
timer
8:00

Slide 15 - Diapositive

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Wat moet je leren voor de toets?
Kijk in je berichten in SOM of Teams. Daar staan 2 Powerpoints met de leerstof.

Slide 17 - Diapositive

Hausaufgaben
Maken: Kapitel 2, Lektion 4, opdracht 12 en 13
Leren: woordjes Lektion 4 blz. 86 D-N en N-D en begin
alvast met het leren voor de toets met behulp van de
samenvattingen die in de berichten van SOM en teams 
staan.

    Slide 18 - Diapositive