Wat is fysica? HW/MT

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De wetenschap van stofeigenschappen en stofomzettingen
Vak dat uit natuurwetenschappelijke kennis nieuwe producten maakt.
Natuurwetenschappelijke kennis uit de levende natuur
Een belangrijk hulpmiddel om natuurwetenschappelijke verschijnsels te verklaren en bewijzen
De natuurwetenschap over de niet-levende natuur.
Biologie
Fysica
Chemie

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Bij welke discipline hoort deze toepassing?
A
biofysica
B
fysische chemie
C
biochemie

Slide 5 - Quiz

Bij welke discipline hoort deze toepassing?
A
biofysica
B
fysische chemie
C
biochemie

Slide 6 - Quiz

Bij welke discipline hoort deze toepassing?
A
biofysica
B
fysische chemie
C
biochemie

Slide 7 - Quiz

Fysisch verschijnsel

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
meettoestellen

Slide 13 - Diapositive

Bij het onderzoek binnen de wetenschap fysica vertrek je vanuit de waarneming van een fysisch verschijnsel of bestaande theorie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Kokende aardappelen ondergaan een fysisch verschijnsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Meettoestel

Slide 16 - Question de remorquage

Hoe meer cijfers achter de komma, hoe nauwkeuriger je meettoestel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Wat zijn beduidende cijfers?
A
Cijfers die de volgorde van een meting aangeven.
B
Cijfers die de nauwkeurigheid van een meting aangeven.
C
Cijfers die geen betekenis hebben.
D
Cijfers die alleen gebruikt worden in de natuurkunde.

Slide 22 - Quiz

Hoeveel beduidende cijfers?
0,0030
timer
0:15
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 23 - Quiz

090 mol
Hoeveel significante cijfers?
31,5·10-4 A
Hoeveel beduidende cijfers? 

A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 24 - Quiz

Hoeveel beduidende cijfers heeft: 0,045
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 25 - Quiz

Hoeveel beduidende cijfers?
46,97m2
A
2
B
4
C
3
D
6

Slide 26 - Quiz

Hoeveel beduidende cijfers?
0,400Ω
A
0
B
1
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Oefeningen
projectsite

Slide 28 - Diapositive