6.1 Arbeid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Arbeid

afh van kracht

kast van 100 kg 10 cm verplaaten, maar met 20 kg aarappelen marathon lopen is geen feest.

Allebei rijden ze 100 km, welke verricht meer arbeid?

week	les 1 (woensdag)	les 2 (vrijdag)
12		6.1
13	6.2	goede vrijdag
14	lesuitval	6.3
15	6.4	6.5
16	PO	TV
17	Toets H6

Arbeid

Aan het eind van de les kun je:

• rekenen met arbeid, kracht en verplaatsing
• uitleggen wanneer arbeid positief, negatief of nul is

Gewicht wordt uitgedrukt in Newton, de eenheid van kracht, terwijl massa wordt uitgedrukt in kilogram. Een weegschaal geeft eigenlijk niet de massa aan, maar het gewicht (de kracht die de persoon erop uitoefent), uitgedrukt als de hoeveelheid massa die in stilstand op aarde dat gewicht heeft.

6.1: Arbeid

Een kracht die een voorwerp over een bepaalde afstand verplaatst, verricht arbeid.

W is de arbeid in Nm (newtonmeter)

F is de kracht in N (newton)

s is de verplaatsing in m (meter)

 

W=F⋅s

Een hond trekt een hondenslee voort met een kracht van 45 N. Bereken de arbeid die hij levert over een afstand van 12 m.

Voorbeeld

W = F x s

W = 45 N x 12 m = 540Nm

6.1: Arbeid

Als de kracht tegengesteld is aan de verplaatsing, dan is de  arbeid negatief.

W is de arbeid in Nm (newtonmeter)

F is de kracht in N (newton), die tegengesteld gericht is aan de verplaatsing

s is de verplaatsing in m (meter)

 

W=−F⋅s

6.1 Arbeid

Een kracht loodrecht op de verplaatsing verricht geen arbeid.

AHW

We maken opdracht 4 en 6 samen.

Daarna ga je verder met:

opdracht 2, 5, 7, 8, 10 en 11

Arbeid

Je kunt nu:

• rekenen met arbeid, kracht en verplaatsing
• uitleggen wanneer arbeid positief, negatief of nul is

Huiswerk: maak opdracht 2, 5, 7, 8, 10 en 11 op blz. 171 en 172.