les 9 - HV1 - dinsdag 12 november 2024

Les 9 - HV1 - dinsdag 12 november 2024
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 9 - HV1 - dinsdag 12 november 2024

Slide 1 - Diapositive

Wat doen & leren we vandaag? 
  • We herhalen het werkwoord 'estar' (=ergens zijn)
  • We lezen bron A  + doen er oefeningen bij
  • Uitleg van het woordje 'hay' (er is / er zijn)
  • Korte break
  • We leren hoe we Spaanse werkwoorden moeten vervoegen
  • Tijd voor huiswerk

Slide 2 - Diapositive

ergens zijn /
zich bevinden

Slide 3 - Diapositive

Welke vorm van 'estar' moet je invullen?
'El cine ... en el centro'
A
estoy
B
estás
C
está
D
estamos

Slide 4 - Quiz

Wat moet er op de puntjes?
'El instituto y el hospital ... lejos (=ver weg)'
A
estás
B
estáis
C
estamos
D
están

Slide 5 - Quiz

(Yo) ................ en casa (=thuis).
A
estamos
B
estoy
C
estás
D
están

Slide 6 - Quiz

Bron A - blz. 19 (TB)
  • We luisteren naar het gesprek tussen Susana & Merche

  • Schrijf drie vraagzinnen uit de tekst op in je schrift. Probeer ze te vertalen.

  • We maken oefening 4a + 4b (WB blz. 34)
  • Gebruik evt. de woordenlijst op blz. 54 (WB)
timer
8:00

Slide 7 - Diapositive

Antwoorden 4a 
¿dónde está?
waar is het?
delante de
voor
vives
jij woont
está cerca
het is dichtbij
te llamas
jij heet
al lado de
naast

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden 4b
  1. Está delante de (=voor) su casa.
  2. ¿Cómo te llamas?
  3. ¿Vives aquí (=hier)?
  4. Busco (=ik zoek) el supermercado. ¿Dónde está?
  5. Está cerca (=dichtbij).
  6.  Está a la derecha, al lado (=naast) del banco.

Slide 9 - Diapositive

Het woordje 'hay' 
Het woordje 'hay' betekent 'er is' of 'er zijn'

Er is een feest in het dorp              Hay una fiesta en el pueblo

Er zijn twee zwembaden in het hotel
Hay dos piscinas en el hotel.

Slide 10 - Diapositive

Het woordje 'hay' 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Zoek bron I op in je TB:

blz. 24

Slide 13 - Diapositive

Oefening 24c + 25b + 25c 
Maak deze drie oefeningen heel nauwkeurig!



Gebruik het hulpblad
je werkboek op blz. 47 + 48
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Repuestas 24c
werkwoord
stam
betekenis
escuchar
escuch-
luisteren
pasar
pas-
langs lopen
vivir
viv-
wonen/leven
servir
serv-
bedienen
escribir
escrib-
schrijven
comer
com-
eten

Slide 15 - Diapositive

Repuestas 25b
1.
(yo) canto                        - ik zing
2.
(tú) escuchas                 - jij luistert
3.
(el autobús) para          - de bus stopt
4.
(nosotros) vivimos        - wij wonen
5.
(vosotros) habláis          - jullie praten/spreken
6. 
(ellos) pasan                   - zij lopen langs

Slide 16 - Diapositive

Repuestas 25c (WB blz. 48)
1.
Zaida vive ...                 
2.
Susana y Álvaro viven ...
3.
¿Tú vives ... ?     
4.
Mis padres y yo vivimos ... 
5.
Yo vivo ...     
6. 
(vosotros), ¿ vivís ... ?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk in Plenda (di 19-11)
  • Leren bron I (grammatica) --> hoe vervoeg je Spaanse werkwoorden op - ar, -er en -ir
  • Maken oefening 26 (WB blz. 48)
  • Leren frases claves bron E (TB blz. 21)


  • Op 3 december is de eindtoets van H2

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive