adjectifs qualificatifs

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

de bijvoeglijke naamwoorden

(les adjectifs qualificatifs)

kijk naar één van de volgende filmpjes

plaats in de zin:

de bijvoeglijke naamwoorden staan achter

het zelfstandig naamwoord....

behalve:

doe nu voor je verder gaat de volgende quizz

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte les chaussures verts.
2. Elle porte les chaussures vert.
3. Elle porte les chaussures verte.
4. Elle porte les chaussures vertes.

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Monique est très heureux
2. Monique est très heureus
3. Monique est très heureuse
4. Monique est très heureuxs

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Il a les cheveux ..........

1. grises
2. griss
3. grise
4. gris

geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marianne et Chantal sont deux filles.......

1. sportif
2. sportifs
3. sportives
4. sportife

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Il porte un jeans noire.
2. Il porte un jeans noir.
3. Il porte un jeans noirs.
4. Il porte un jeans noires.

nu je weet hoe het werkt, kun je mensen gaan beschrijven; décrire une personne.

kijk eerst het volgende filmpje:

aan het einde van het filmpje vraag Thomas om een beschrijving van Adele te geven....... 

schrijf deze beschrijving, gebruik 5 zinnen. 

Donne la description d'Adèle

vous avez encore des questions?